We overschrijden de grenzen van onze planeet. Het CO2-budget dat ons nog rest, is beperkt. Hoe we dit resterende budget verdelen, is niet alleen een technische kwestie, maar ook een moreel mijnenveld.
Stel je voor: het is familiefeest en grootmoeder haalt, zoals elk jaar, haar befaamde kersentaart boven. Alleen is er deze keer een probleem: er is niet genoeg voor iedereen. Er zitten heel wat nieuwe gezichten aan tafel dit jaar, terwijl sommigen midden in een flinke groeispurt zitten. Je krijgt de ondankbare taak om te zorgen dat toch iedereen tevreden naar huis gaat. Geef je traditiegetrouw grootnonkel Jan het grootste stuk? Is iedereen gelijk voor de wet volgens jou? Of geef je de grootste stukken aan wie nog moet groeien?
Net zoals grootmoeders keuken zijn grenzen kent, heeft ook onze planeet haar limieten. Wetenschappers noemen die de ‘planetaire grenzen’: drempels waarbinnen de aarde relatief stabiel blijft. Binnen deze veilige zone begrijpen we ongeveer hoe de planeet reageert op menselijke activiteit. Dat betekent niet dat we geen schade aanrichten, maar wel dat de gevolgen nog enigszins voorspelbaar zijn. Zodra we die grenzen overschrijden, betreden we onbekend terrein. Willen we een leefbare planeet behouden, dan mogen we die drempels niet overschrijden.
Wetenschappers hebben 9 van deze planetaire grenzen geïdentificeerd. In 2009 overschreden we drie planetaire grenzen: we pompten een verontrustende hoeveelheid CO₂ in de atmosfeer, verstoorden de natuurlijke stikstofkringloop en zagen de biodiversiteit fors achteruitgaan. In 2023 zijn dat er al zes. We laten niet-geteste chemicaliën los op het milieu, ontbossen in razend tempo en brengen de wereldwijde waterhuishouding uit balans.

De overschrijding van deze grenzen betekent dat we niet zomaar kunnen blijven uitstoten, consumeren en ontginnen alsof er geen limiet is. De ecologische ademruimte die ons nog rest, is beperkt – en die moeten we verdelen Maar hoe beslis je wie recht heeft op welk deel van dat resterend budget?
“Iedereen krijgt een even groot stuk” – De egalitaire aanpak
Je beslist om iedereen een even groot stuk te geven, van de allerkleinste tot Grootnonkel Jan. Geen discussie mogelijk, toch? Voor onze klimaatinspanningen betekent dit dat iedereen – van een kind in India tot een CEO in New York – evenveel van ons resterend CO2 budget krijgt. Stel dat de wereld nog 500 gigaton mag uitstoten om onder 1,5°C te blijven, dan deel je dat budget gewoon door het aantal mensen. Deze aanpak is duidelijk, eenvoudig en op papier eerlijk. In praktijk betekent dit dat rijke landen hun uitstoot drastisch zullen moeten verminderen, terwijl arme landen hun uitstoot nog stevig mogen verhogen om economische vooruitgang mogelijk te maken. Zo zouden Amerikanen hun uitstoot met 90% moeten verminderen, terwijl inwoners van Mali deze nog zouden mogen verviervoudigen.
“Wie vroeger al veel kreeg, krijgt ook nu meer” – Grandfathering
Je houdt de traditie in ere en geeft de grootste stukken taart aan wie dat vroeger ook al kreeg. Grootnonkel Jan krijgt opnieuw zijn royale portie, de kinderen moeten het met kruimels doen. Op klimaatvlak betekent dit dat landen die nu al veel uitstoten, dat voorlopig mogen blijven doen – op voorwaarde dat ze hun uitstoot geleidelijk afbouwen. Deze aanpak houdt rekening met de bestaande economische verhoudingen: rijke landen beschikken over infrastructuur, industrie en kapitaal die elders nog ontbreken. Moeten we die ontmantelen om elders ruimte voor groei te creëren? In scenario blijft de huidige globale ongelijkheid in stand. Rijke landen blijven domineren, terwijl kwetsbare landen – die het minst hebben bijgedragen aan het probleem – weinig ademruimte krijgen voor ontwikkeling.
“Wie het nodig heeft, krijgt meer” – Capaciteit & verantwoordelijkheid
Je besluit de grootste stukken te geven aan de nieuwe gezichten midden in hun groeispurt. Zij kunnen dit goed gebruiken, terwijl grootnonkel Jan de afgelopen decennia wel al een voorraadje buikvet heeft aangelegd. Misschien wel de rechtvaardige keuze, , maar verwacht opgetrokken wenkbrauwen bij de gevestigde orde. Deze verdeling rust op twee principes: verantwoordelijkheid en capaciteit. Landen die historisch gezien verantwoordelijk zijn voor het probleem, ondernemen de meeste actie. Rijke landen beschikken over de technologische en financiële slagkracht om te investeren in bijvoorbeeld hernieuwbare energie, terwijl dat voor armere landen vaak onhaalbaar is zonder hulp. Daarom gaat deze aanpak vaak gepaard met financiële steun, zodat ook landen met minder middelen hun uitstoot kunnen beperken en zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van de klimaatcrisis. Zoals bij elke familiediscussie is er geen oplossing die iedereen tevreden stelt. Maar één ding is zeker: als we de taart blíjven verdelen zoals we altijd deden, zitten we straks zonder – en zijn we allemaal slechter af.
Ook ons kleine land heeft invloed op deze mondiale uitdaging. Een recente studie, uitgevoerd in opdracht van de federale overheid, heeft het wetenschappelijke kader van de planetaire grenzen vertaald naar de Belgische situatie. De resultaten? Allesbehalve geruststellend. België overschrijdt alle zes onderzochte planetaire grenzen als we kijken naar onze voetafdruk. Van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit tot stikstofvervuiling en watergebruik: de impact van onze levensstijl reikt veel verder dan onze landsgrenzen. Dit komt doordat we veel meer consumeren dan we zelf produceren. Denk aan geïmporteerde voeding, kleding en elektronica – allemaal producten waarbij de milieuschade elders plaatsvindt, maar waarvoor de verantwoordelijkheid ook bij ons ligt. Het rapport heeft een zogenaamde ‘Belgische veilige zone’ berekend – onze eerlijke portie van wat de aarde nog aankan – en stelde vast dat we deze op alle fronten overschrijden.
Hoe we de planetaire grenzen verdelen, hangt sterk af van het perspectief dat we kiezen. Wat voor de één vanzelfsprekend aanvoelt, is voor een ander onaanvaardbaar. Juist omdat deze perspectieven botsen, zijn internationale akkoorden zo moeilijk. Maar de taart krimpt snel, en uitstel maakt verdeling alleen maar pijnlijker. Willen we een leefbare toekomst, dan moeten we nu knopen doorhakken. De planeet onderhandelt niet.
Bronnen
(1) Rockström, J., Steffen, W., Noone, K., Persson, Å., Chapin III, F. S., Lambin, E., ... & Foley, J. A. (2009). A safe operating space for humanity. Nature, 461(7263), 472–475. https://doi.org/10.1038/461472a
(2) Richardson, K., Steffen, W., Lenton, T. M., Rockström, J., Cornell, S. E., Fetzer, I., ... & Winkler, K. (2023). Earth beyond six of nine planetary boundaries. Science Advances, 9(37), eadh2458. https://doi.org/10.1126/sciadv.adh2458
(3) IPCC. (2023). Summary for Policymakers. In: Climate Change 2023: Synthesis Report. Contribution of Working Groups I, II and III to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. IPCC. https://www.ipcc.ch/report/ar6/syr/
(4) CERAC. (2024). Is Belgium living within its safe operating space? CERAC. https://www.cerac.be/nl/publications/2024-07-leeft-belgie-binnen-de-grenzen-van-onze-planeet