Kustmoerassen stijgen mee met de zeespiegel

De impact van de stijgende zeespiegel, als gevolg van de klimaatopwarming, zou minder erg zijn als eerst gedacht.

Eerdere studies naar de impact van het stijgende zeepeil op kustmoerassen (schorren), klonken alarmerend: ze voorspelden dat tot wel 90 procent van deze kwetsbare gebieden – waartoe zowel tropische mangrovebossen behoren als bijvoorbeeld het Verdronken Land van Saeftinghe – tegen het einde van deze eeuw verdwenen zou zijn. Dat zou een ramp zijn, want naast hun natuurwaarde hebben deze gebieden ook nuttige functies voor de mens. Zo zijn ze belangrijk voor visserij, fungeren ze als natuurlijke buffer tegen overstromingsrisico’s tijdens stormen, en dragen ze bij aan klimaatregulatie door broeikasgassen op te nemen.

Volgens een internationaal team wetenschappers, waaronder ook Belgen, klopt die alarmerende voorspelling echter niet. Zij gaan ervan uit dat hoogstens 30 procent van de kustmoerassen verloren gaan, als er niets wordt gedaan om ze te beschermen. Maar met aangepast kustzonebeheer zou zelfs een toename van 60 procent mogelijk zijn.

Het verschil met de vorige studies is dat de vorsers nu (ogenschijnlijk) kleinschalige effecten hebben meegenomen die ervoor zorgen dat kustmoerassen langzaam meegroeien met de stijging van de zeespiegel – een combinatie van biologische en geologische mechanismen.

Volgens de vorsers worden kustmoerassen in de eerste plaats bedreigd door menselijk ingrijpen. Als ze niet worden gehinderd door menselijke infrastructuur zoals dijken en dammen, hebben de gebieden immers de neiging om zich landinwaarts terug te trekken als het zeepeil stijgt. Het komt er dus op aan nu al plannen te maken om ook de hinderende infrastructuur landinwaarts te verplaatsen.


Gerelateerde artikels

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

De aanpassing van het leven op aarde aan veranderende omgevingen is mogelijk  door natuurlijke selectie op basis van individuele verschillen. Deze (genetische) diversiteit binnen soorten staat echter onder druk. Het blijkt dat we als mensen onze strategieën moeten aanpassen om deze verschillen te monitoren, en zo onze biologische hulpbronnen optimaal te beheren.  Als we willen blijven profiteren van de diensten van de natuur, kunnen we maar beter deze grondstoffen van natuurlijke evolutie in de gaten houden zodat soorten zich kunnen blijven aanpassen aan veranderingen in hun omgeving.