Meer mieren, minder leeuwen: hoe een invasieve exoot een heel ecosysteem uit balans kan brengen

De komst van een uitheemse mier leidt tot de toename van het aantal zebra’s op de Afrikaanse savanne en brengt zo de leeuwenpopulatie in gevaar. Dat is de hypothese achter een even fascinerend als alarmerend voorbeeld van een ecologische kettingreactie die een invasieve exoot in gang kan zetten.

De situatie na de doortocht van de glimmende dikkop-exoot, en de daaropvolgende kaalslag door olifanten. (© Brandon Hays)

Hoofdrolspeler, zeg maar gerust de bad guy van dienst, is de glimmende dikkop (Pheidole megacephala). Een mierensoort waarvan de oorspronkelijke herkomst nog niet helemaal uitgeklaard is. Sommige specialisten situeren die in de zuidelijkste punt van Afrika, andere op een eiland in de Indische Oceaan. Wat wel vaststaat is dat het om een zogenoemde zwerfmier gaat die bijzonder gedreven is om zich wereldwijd te verspreiden. De mier verplaatst zich met name via schepen en andere transportmiddelen en komt prominent voor in de Global Invasive Species Database, de lijst van de honderd meest invasieve exoten ter wereld.

Een risicoscan van het Instituut voor Water- en Wetland Research van de Nederlandse Radboud Universiteit uit 2021 signaleerde de glimmende dikkop op dat moment nog niet in België. Wel al in Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. En dat ondanks zijn eigenlijke voorkeur voor tropische en subtropische gebieden.

Zodra deze zwerfmier voet aan wal zet, vormt ze op stel en sprong grote kolonies met meerdere nesten en meerdere koninginnen. Elke koningin kan dan tot driehonderd eitjes per maand leggen. Veel hongerige monden te voeden dus, en de glimmende dikkop is een alleseter. Een bijzonder sluwe én agressieve bovendien.

Kettingreactie in zes stappen (plus één)

Een van de vele alarmerende fenomenen die gepaard gaan met zijn komst is dat hij andere mierensoorten aanvalt en verjaagt om hun voedselbronnen en meest miervriendelijke habitats in te pikken. Onderzoek in het Ol Pejeta Conservancy-natuurreservaat toont wat de komst van de uitheemse mier kan aanrichten. De kettingreactie start bij de fluitende naaldboom, beter bekend als de Whistling Thorn. Deze dominante boomsoort in het grootste deel van oostelijk Afrika biedt zowel nectar als beschutting. Wat gebeurt daar precies?

1. De inheemse mieren beschermden de fluitende naaldboom met zuurafscheiding tegen hongerige olifanten. Die bescherming valt nu weg, want de glimmende dikkop doet dat niet. Hij rooft en eet alleen maar.

Het landschap zoals dat eruitziet wanneer de inheemse mieren de fluitende naaldbomen beschermen tegen olifanten. (© Pat Milligan)

2. Daardoor verbruiken de olifanten vijf tot zeven keer meer fluitende naaldboom als voedsel.

3. Gevolg daarvan – al moeten we daarbij wel aangeven dat dit een hypothese van de onderzoekers is: een afname van het aantal schaduwrijke schuilplaatsen voor leeuwen. Ook het landschap waarin ze jagen wordt opener.

4. Wat er op zijn beurt, nog steeds in diezelfde hypothese, toe leidt dat de kansen van de zebra’s verhogen om te ontsnappen aan jagende leeuwen.

5. Daardoor gaan de leeuwen zich richten op andere prooien. In dit geval buffels.

6. Buffels zijn echter een stuk moeilijker te overmeesteren voor leeuwen. Gevolg: via de kettingreactie heeft de glimmende dikkop nu ook een invloed op de voedselbronnen en dus de populatie van de leeuwen.

Intussen maakt de glimmende dikkop de vicieuze cirkel rond. Hij gaat op zoek naar nieuwe fluitende naaldbomen die nog niet door olifanten zijn aangevreten, en de kettingreactie begint weer van vooraf aan.