Mens beïnvloedt methaanuitstoot al 2000 jaar

04 oktober 2012 door Eos-redactie

Al in de tijd van de Romeinen verbrandden mensen zoveel hout, dat dat een impact had op de hoeveelheid methaan in de atmosfeer.

Al in de tijd van de Romeinen verbrandden mensen zoveel hout, dat dat een impact had op de hoeveelheid methaan in de atmosfeer. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers aan de Universiteit Utrecht, dat is gepubliceerd in het vakblad Nature.

De onderzoekers analyseerden de samenstelling van de luchtbelletjes in oude ijskernen uit Groenland. Op basis van een analyse van de koolstofisotopen in het methaan - koolstofatomen met een verschillend aantal neutronen - konden ze de bron van methaan achterhalen. Methaan komt op verschillende manieren in de atmosfeer terecht. Het ontstaat in ondergelopen gronden, zoals rijstvelden en moerassen, komt vrij bij de verbranding van biomassa en fossiele brandstoffen en wordt uitgestoten door bepaalde vulkanen. Elk bron heeft op basis van isotopenanalyse een eigen 'vingerafdruk'.

De wetenschappers vonden een piek in de methaanuitstoot als gevolg van menselijke activiteiten rond het moment waarop het Romeinse rijk en de Chinese Handynastie op hun hoogtepunt waren en er veel hout werd verbrand voor verwarming en metaalbewerking. Een tweede piek deed zich voor tijdens de bevokingsstijging in de Middeleeuwen.

Volgens Célia Sapart van de Universiteit Utrecht leert het onderzoek vooral dat we de toestand voor de industriële revolutie niet zomaar als de natuurlijke referentie mogen beschouwen. 'Al was de omvang van de menselijke invloed toen uiteraard veel beperkter dan vandaag. Ons onderzoek ondersteunt de hypothese dat de mens al veel langer bijdraagt tot het broeikaseffect.' (ddc)