Minivliezen, megaprestaties

10 mei 2012 door Eos-redactie

Slechts minieme hulp van de zwemvliezen houdt een peuter-karetschildpadje op koers in de reusachtige Noord-Atlantische Oceaan.

Slechts minieme hulp van de zwemvliezen houdt dit peuter-karetschildpadje op koers in de reusachtige Noord-Atlantische Oceaan.

De schildpadden navigeren zich aan de hand van magnetische velden maar sommige oceaanstromingen bewegen sneller dan zij kunnen zwemmen. Hoe blijft het nietige wezentje dan op koers?

Onderzoekers lieten honderdduizenden schildpadjes los in een virtuele oceaan op een computer. Sommige schildpadjes waren geprogrammeerd om passief te blijven drijven, anderen zwommen één tot drie uur per dag in een vergelijkbare koers die ze ook in de echte oceaan zouden aanhouden.

Uit de simulatie blijkt dat zelfs een minieme bijdrage van de zwemvliezen het uiteindelijke traject in de juiste richting beïnvloedt. Schildpadden die twee uur per dag zwommen, hadden 106 procent meer kans dan de passief drijvende schildpadden, om de beoogde kust te bereiken. De actieve schildpadden hadden ook meer kans om in ‘gunstige’ warmwaterstromen te blijven waar het aantal roofdieren beperkt is.