Niet één, maar vier giraffensoorten

09 september 2016 door Eos-redactie

De familiestructuur van de bekendste langnek moet op de schop.

De familiestructuur van de bekendste langnek moet op de schop, leert een omvangrijke genetische analyse.

De resultaten van de genetische analyse, de omvangrijkste tot nog toe bij een van de bekendste dieren van de Afrikaanse wildernis, zijn best verrassend. De lichaamsbouw en het kenmerkende vlekkenpatroon verschillen vertonen immers maar weinig verschillen tussen giraffen onderling. Bovendien leven alle giraffen min of meer in dezelfde habitat, namelijk de beboste savanne en andere licht beboste streken ten zuiden van de Sahara.

In de studie werden huidstalen verzameld van in totaal 190 giraffen, waaronder vertegenwoordigers van alle negen subsoorten die de wetenschap tot nog toe hanteerde om de langnekken te catalogiseren. Maar in plaats van een kleine genetische variatie in het DNA tussen deze ondersoorten vonden de Afrikaanse zoölogen die de studie deden integendeel grote verschillen. De enige conclusie die ze konden trekken was deze: de gescreende giraffen moeten onderverdeeld worden in vier afzonderlijke soorten – die dus ook elk een aparte naam verdienen. In hun ijver stelden de onderzoekers al vier namen voor: de zuidelijke giraf, de noordelijke giraf, de masaigiraf en de Somalische giraf.

Het feit dat verschillende soorten (meestal) niet met elkaar paren maakt elk soort dus ook veel kwetsbaarder voor uitsterving, waarschuwen de onderzoekers nog. (sst)

Bron: Julian Fennessy, Giraffe Conservation Foundation, Namibië