Nieuw taxonomisch project wil alle organismen in kaart brengen

Een lijst van alle levende wezens op aarde, die bestaat toch al decennia, zoniet eeuwen? Toch niet, zo blijkt. Maar een nieuw initiatief reikt nu een aanzet aan. Op een cruciaal moment, benadrukken de onderzoekers.

Hoofdonderzoeker Stephen Garnett noemt het zelf een roadmap: een routekaart met als einddoel het eerste algemeen erkende overzicht van alle fauna ter wereld. Van zoogdieren tot vogels, van planten tot schimmels en microben, allemaal moeten ze er samen op staan. ‘Dat lijkt een overbodige routineklus, maar het is een complexe en vooral dringende opdracht,’ zegt de milieuwetenschapper verbonden aan de – nomen est omen – Charles Darwin University (Australië). 

Niet alleen dringend omdat er op dit moment enkel aparte oplijstingen bestaan van de meest iconische groepen organismen, die elkaar dan ook nog eens tegenspreken, stelt Garnett. Zo’n exhaustief overzicht is volgens hem meer dan ooit nodig, nu klimaatopwarming, vervuiling, ontbossing… een almaar sneller draaiend vliegwiel van uitroeiing aandrijven. ‘Uiteraard zal zo’n lijst daar geen einde aan maken. Maar het is wel een belangrijke stap als een instrument om er mee voor te zorgen dat alle leven op aarde, groot en klein, bewaard kan blijven voor de volgende generaties.’

Concreet stellen hij en zijn team in een op PLOS Biology gepubliceerde paper tien basisprincipes voor, waaronder deze drie:

1.  De lijst moet louter en alleen op wetenschap steunen, en vrij blijven van elke overweging of tussenkomst die niets te maken heeft met taxonomie. Met andere woorden: beschrijven, identificeren, benamen en classificeren, punt.

2. Hij moet zo gemaakt worden dat hij hanteerbaar is voor elke stakeholder. Voor elke betrokkene, ook groot én klein. Dus niet alleen voor biologen, ook voor andere wetenschappers, natuurbeheerders en beleidsmakers, en zeker het grote publiek.

3. Om de geloofwaardigheid van de lijst te garanderen, moeten alle beslissingen transparant zijn.

Op deze manier zullen overheden en andere organisaties volgens Garnett kunnen beschikken over een betrouwbaar lexicon. Dat kunnen ze dan hanteren bij initiatieven tot natuurbehoud, internationale verdragen, biobeveiliging en regelingen rond de handel in bedreigde soorten. ‘En voor de wetenschappelijke wereld op zich,’ besluit hij, ‘is het een accuraat handvat voor onderzoek naar biodiversiteit.’