Ook wijfjesvogels zijn prachtig gekleurd

05 november 2015 door Eos-redactie

Nieuw onderzoek verklaart de kleurenpracht van vogels.

Mannelijke vogels zijn vaak prachtig gekleurd, terwijl vrouwtjes het met een saaier verenpak moeten stellen. Het gevolg van seksuele selectie, weten biologen. Mannetjes moeten met elkaar wedijveren om een partner, en vrouwtjes letten daarbij onder meer op het voorkomen van hun aanbidders. Maar bij verschillende vogelsoorten zijn ook de vrouwtjes fel gekleurd. Hoe komt dat dan? En waarom lijken man en vrouw bij de ene soort meer op elkaar dan bij de andere?

Een internationaal team onderzoekers analyseerden in het vakblad Nature het verenkleed van bijna 6.000 zangvogelsoorten en gingen op zoek naar verklaringen voor wat ze zagen.

Uit de analyse blijkt dat bij grotere soorten en soorten uit de tropen, mannetjes én vrouwtjes vaker opvallend gekleurd zijn. Grotere soorten hebben minder te vrezen van roofdieren, waardoor de nood om onopvallend door het leven te gaan wellicht minder groot is. In de tropen is er meer competitie, niet alleen om een partner te versieren maar ook om een nestplaats en voedsel te bemachtigen. ‘Dat komt wellicht door de stabiele omstandigheden in de tropen’, zegt hoofdauteur James Dale (Massey University). ‘Daardoor zijn alle territoria ingenomen en moet je moeite doen om een plek te veroveren.’ Het gevolg is dat ook vrouwtjes onder druk staan om opvallend voor de dag te komen.

Dat vrouwtjes en mannetjes vaak sterk op elkaar lijken, is niet onlogisch: ze delen immers grotendeels dezelfde genen. Dat maakt grote veranderingen bij het ene geslacht, maar niet bij het andere, minder evident.

Zoals verwacht is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes vooral groot als de mannetjes met elkaar moeten strijden om een partner. Dat komt niet alleen doordat de evolutie opvallende mannetjes bevoordeelt, maar ook – en vooral – omdat onopvallende vrouwtjes dan een streepje voor hebben. ‘Als de mannetjes niet kieskeurig zijn en met elk wijfje willen paren, is kleurrijk zijn voor een vrouwtje niet belangrijk’, vertelt medeauteur Bart Kempenaers (Max Planck Instituut voor Ornithologie). ‘Het wordt dan belangrijker om aan roofdieren te ontsnappen.’

Volgens het nieuwe onderzoek is de enorme diversiteit aan kleuren bij vogels niet louter een mannenzaak. Tot nog toe focusten biologen zich echter vooral op het mannelijke verenkleed. (ddc)