Paardenbloem: levensbelangrijke meester-overlever

Zoals alle ouders struikelen ook mijn vrouw Charlotte en ik wel eens over opvoedkundige keuzes. De grootste strijd draait bij ons niet om schermtijd, snoep of bedtijd. Nee, ons grootste twistpunt is... de paardenbloem (Taraxacum).

Onze zoon Tjeu is fan. En daarmee bedoel ik: diehard fan. Hij rent als een doldwaze kleuter (wat hij ook is) door de tuin, rukt de witte pluizenbollen - of: ‘blaasbloemen’ - van hun steel en blaast tot hij buiten adem is. Op dat moment klikken de ogen van Charlotte en mij als magneten in elkaar. We discussiëren zonder woorden. Ik zie verwondering, Charlotte ziet honderden zaden die onze tuin zullen transformeren in een dadaïstisch schilderij, getiteld ‘slordig’.

Ook ecoloog Jonas Lembrechts (Universiteit Antwerpen en Universiteit Utrecht) wikt en weegt als hij over de paardenbloem vertelt. ‘Het is een onderschatte bloem die tegelijk een doorn in het oog is. Het is een mooie bloem, met zijn felgele kroezelkop, en ze bloeit al of nog op momenten dat er niet veel andere bloemen zijn. Voor veel insecten is de paardenbloem daarom van levensbelang. Het is zelf ook een meester-overlever. Hij groeit overal: tussen stoeptegels, op bouwterreinen, in bermen en op andere plaatsen waar de meeste planten afhaken. Die levenslust valt misschien niet op als hij in je gazon staat, maar ik ben de paardenbloem al tegengekomen hoog in de Andes en net boven de Zuidpool, waar verder niets groeit.’

Volgens Lembrechts is die overlevingskracht gelinkt aan onze afkeer voor de paardenbloem. ‘De plant groeit graag op verstoorde grond. Net op die plaatsen waar wij de natuur terugdringen of willen controleren, doet de paardenbloem het goed. Het is net zoals de stadsduif, de muis of de luis een cultuurvolger die blij is met de manier waarop wij de wereld inrichten. Omdat cultuurvolgers vooral voorkomen op lelijke plaatsen waar wij de natuur om zeep hebben geholpen, vinden we ze zelden sympathiek. Maar dat is niet hun schuld. Je kan de paardenbloem en andere onkruiden ook zien als het laatste sprankje schoonheid waar de mens het verder lelijk gemaakt heeft.’

De paardenbloem bestaat eigenlijk niet. Het is een legertje met honderden soorten, en elke soldaat is aangepast aan andere omstandigheden. De plant verspreidt zich op ingenieuze wijze: elk zaadje hangt aan een kleine parachute waarmee het zweeft naar nieuwe plekken om te bloeien, alsof ze het ooit van Mary Poppins met haar zwarte paraplu hebben geleerd. Eens geland op hun nieuwe bouwgrond, verankeren de paardenbloemen zich met diepe penwortels in de grond. Ze zijn zo beter bestand tegen droogte en gefrustreerde onkruidplukkers. De bladeren van de paardenbloem spreiden zich in een rozet uit over de grond. Vergelijk het met hotelgasten die hun handdoek op een ligstoel naast het zwembad leggen om mogelijke kapers op afstand te houden – vervelend maar vaak effectief.

De van oorsprong Europese plant is er zo in geslaagd om de wereld te veroveren. Ook met onze hulp trouwens, want heel wat Zuid-Amerikaanse tuiniers zijn fan van onze Europese graslanden. Zo zijn we weer bij de paardenbloem als probleemsoort. Lembrechts: ‘Als wereldveroveraar verdringt hij inheemse bloemen. Dat zorgt voor eenheidsworst in de vegetatie. In de Chileense stad Punta Arenas is ongeveer een vijfde van alle planten Europees onkruid. Een Chileense wetenschapper gaf mij ooit een boek met de uitheemse flora van Chili. Dat boek gebruik ik nu in Vlaanderen om planten te identificeren. De paardenbloem richt geen grote schade aan, zoals de Japanse Duizendknoop bij ons, maar hij vormt wel een probleem voor lokale insecten die zich gespecialiseerd hebben in de bestuiving van bloemen die door de paardenbloem teruggedrongen worden. De paardenbloem bestrijden is niet evident, want de plant doet het net goed bij verstoring. Eigenlijk moeten we de grond vooral met rust laten om de paardenbloem af te remmen. Gezonde, inheemse vegetatie zal zich na een tijd wel weren tegen paardenbloemen.’

Misschien zie je de paardenbloem binnenkort op akkers verschijnen, maar dan netjes in rijtjes aangeplant. Landbouwwetenschappers proberen de ultieme vagebond onder de planten te domesticeren. Het witte sap van de paardenbloem, en dan vooral van de Russische variant, kan gebruikt worden voor de bereiding van rubber. Ja, autobanden en sportschoenen van paardenbloemen. Europa is sterk afhankelijk van de invoer van natuurlijk rubber uit Azië. Veredelde paardenbloemen kunnen op termijn een alternatief vormen.

Intussen blaast Tjeu vrolijk verder. Opvoeden is, zoals zoveel zaken, een kwestie van compromissen maken. Voor Vaderdag kreeg ik van Charlotte een paardenbloemsteker, een lang metalen mes waarmee je die diepgewortelde rebellen uit je gazon wipt. Tot Tjeu te oud wordt voor zijn blaasbloemen – worden we dat ooit? – moet dat wapen de vrede bewaren.