Zo ontstaat een zeebries

Terwijl het in het binnenland op zomerse dagen soms puffen is door tropische temperaturen, kan men aan zee vaak aangename verkoeling vinden, dankzij een zeebries. Hoe ontstaat zo'n zeebries?

Terwijl het in het binnenland op zomerse dagen soms puffen is door tropische temperaturen, kan men aan zee vaak aangename verkoeling vinden, dankzij een zeebries. Hoe ontstaat zo'n zeebries en hoe komt het dat hij zich de ene keer wel ontwikkelt, terwijl hij er de andere keer helemaal niet doorkomt?

De zeebries ontstaat door een thermisch mechanisme. Er is dus in de eerste plaats zonnig weer nodig. Op een zonnige dag kan het land (en zeker een zandbodem) heel snel fel opwarmen, terwijl zeewater slechts geleidelijk een veel kleinere temperatuurstijging ondervindt. Boven het warme land zal de lucht gaan uitzetten en stijgen, waardoor in de bovenlucht de luchtdruk hoger wordt dan boven zee.

Door dit drukverschil zal er in de bovenlucht een luchtstroming ontstaan van de hoge druk naar de lage druk, dus van land naar zee. Door deze luchtstroming verdwijnt er massa boven het land en komt er boven de zee massa bij. Aan de grond zal men dus een drukdaling waarnemen boven land en een drukstijging boven zee. Er zal bijgevolg een luchtstroming ontstaan van zee naar land, die de zeebriescirculatie compleet maakt. De zeebries brengt koelere lucht van over het water naar het strand, waardoor de temperatuur vaak enkele graden daalt.

De zeebries waait in eerste instantie loodrecht op de kust, maar zal vervolgens ruimen, tengevolge van de corioliskracht. Door de oriëntatie van onze kustlijn, waait de zeebries in België doorgaans uit noordnoordoost, 's avonds vaak verder ruimend naar oostnoordoost, waardoor hij dan praktische evenwijdig met de kustlijn gaat waaien.

Nu komt op sommige dagen de zeebries er helemaal niet door, terwijl het nochtans zonnig en warm is. Dat komt doordat er aan nog enkele andere voorwaarden moet voldaan zijn. Zo mag er bijvoorbeeld niet veel “achtergrondwind” staan. Als het sowieso al stevig waait, kan de zeebriescirculatie zich moeilijk of helemaal niet ontwikkelen. 

Soms kan de zeebries wel ontstaan, maar wordt hij door de “achtergrondwind” gemanipuleerd. Staat er bijvoorbeeld een zwakke of matige zuidoostenwind, dan kan het zijn dat deze een tijd lang een gevecht levert met de zeebries, waarbij beide tegengestelde winden elkaar opheffen. De wind op de kust is dan zwak en veranderlijk. Soms komt de zeebries er dan in de late namiddag toch nog door, soms helemaal niet. In andere gevallen kan het gebeuren dat de zeebries bijvoorbeeld in het noordwesten blijft steken tengevolge van de achtergrondwind.

Ten slotte moet er ook een minimum aan onstabiliteit aanwezig zijn, vooraleer er een zeebries kan ontstaan. Licht er een krachtig hogedrukgebied boven de kustregio, dan kan het zijn dat dit elke opwaartse luchtbeweging onderdrukt, waardoor het hele mechanisme geen kans heeft te starten.