Zoogdieren wachtten niet op dood van dino’s

08 juni 2016 door Eos-redactie

De diversiteit nam al tien tot twintig miljoen jaar eerder toe.

Toen de dinosauriërs 66 miljoen jaar geleden van het toneel verdwenen, zagen de zoogdieren hun kans schoon om hun plaats in te nemen. Dat verhaal klopt niet, melden Amerikaanse wetenschappers in Proceedings of the Royal Society B. De diversiteit onder de zoogdieren nam volgens de onderzoekers al tien tot twintig miljoen jaar voor het uitsterven van de dino’s massaal toe.

De klassieke hypothese dat het succes van de dinosauriërs een doorbraak van de zoogdieren in de weg stond, is vooral gebaseerd op het feit dat de meeste fossielen van vroege zoogdieren heel sterk op elkaar lijken. In de meeste gevallen gaat het om kleine insecteneters. Weinig diversiteit te bespeuren dus.

Maar de jongste jaren zijn nieuwe fossielen gevonden, onder meer van hoefdieren ter grootte van een hond. Het gebit van die fossielen is bovendien wel divers. De wetenschappers vonden in honderden fossielen uit museumcollecties een grote verscheidenheid aan tanden. Dat wijst op verschillende voedingspatronen en dus diversificatie nog voor de dino’s verdwenen.

Wat die diversiteit stimuleerde, is nog onduidelijk. Een mogelijke verklaring is de opkomst van bloeiende planten. Die vormden met hun zaden en vruchten een potentiële nieuwe voedselbron, net als met die planten mee evoluerende insecten. (ddc)

Hoe de zoogdieren de wereld veroverden

Wetenschappers hebben zich lang afgevraagd wanneer en hoe zoogdieren de dominante gewervelden van onze planeet zijn geworden. Het ontbrak hen aan relevante fossielen. Tot nu. Paleontologen Stephen Brusatte en Zhe-Xi Luo schetsen de opkomst van de zoogdieren in het juninummer van Eos.