Angst is erfelijk

07 juli 2015 door Eos-redactie

Hersenscans van rhesusapen tonen dat angstige ouders een 40 procent hogere kans hebben op angstige kinderen, ontdekten onderzoekers van de universiteit van Wisconsin (VS).

Hersenscans van rhesusapen tonen dat angstige ouders een 40 procent hogere kans hebben op angstige kinderen, ontdekten onderzoekers van de universiteit van Wisconsin (VS).

Het gaat om drie overactieve hersendelen in de hersenstam, de amygdala en prefrontale cortex. Die onderdelen, die te maken hebben met onze emoties, lichten extra op bij PET-scans. 600 jonge rhesusapen van verschillende families werden tijdens tests geconfronteerd met een vreemde soortgenoot die geen oogcontact maakte. Tijdens die confrontatie maakten de onderzoekers opnames. Opvallend is dat het hersencircuit dat genetisch is gelinkt met individuele verschillen in angst op jonge leeftijd verankerd zit in deze drie hersendelen.

'Als die drie breinregio's overactief worden, zijn dat overgeërfde veranderingen. Die zijn direct verbonden met de kans om later angst en depressie te ontwikkelen', zegt onderzoeker Ned Kalin. 'Ongeveer de helft van extreem bange kinderen krijgt op latere leeftijd te maken met stressgerelateerde psychische stoornissen.'

Angst is evolutionair gezien gunstig, omdat het een individu helpt gevaar te herkennen en te vermijden. Maar als de bijbehorende hersencircuits overactief zijn, wordt het een probleem dat kan uitmonden in extreme angst en depressie. Kalin: 'Nu we weten waar we moeten kijken in de hersenen en we de neurale veranderingen beter begrijpen, hebben we een nieuw gereedschap in handen voor behandeling.' (PdJ)