Bewegen met de benen is goed voor het brein

23 mei 2018 door AB

Muizen die tijdelijk niet met hun achterpoten kunnen bewegen, hebben naderhand een minder gezond brein en zenuwstelsel.

Wie door een spierziekte of neurologische aandoening plots minder goed kan bewegen, gaat vaak ook op andere vlakken snel achteruit. Onderzoekers van de Universiteit van Milaan vroegen zich af of dit een gevolg is van de ziekte zelf, of dat het een gevolg is van het minder bewegen. Ze concluderen dat minder bewegen met de benen zorgt voor een minder gezond brein en zenuwstelsel.

De wetenschappers zorgden dat een groep muizen hun achterpoten vier weken lang niet konden gebruiken. Wel konden de muizen nog eten en zichzelf wassen. Vervolgens haalden ze stukken hersenweefsel weg uit een specifiek hersengebied: de sub-ventriculaire zone. Dit gebied speelt een rol bij het behoud van gezonde hersencellen en produceert nieuwe neuronen uit stamcellen.

Ook bij de controlegroep, dat zijn muizen die wel konden wandelen, bekeken de wetenschappers dit hersengebied. De muizen die de achterpoten niet mochten gebruiken hadden zeventig procent minder stamcellen in dit gebied. Bovendien waren de nieuw aangemaakte neuronen niet volledig volgroeid. Ook de oligodendrocyten, dat zijn speciale cellen die de hersencellen ondersteunen en helpen, bleken niet volledig volgroeid.

Onze beenspieren flink gebruiken is goed voor een gezond brein, menen de wetenschappers. Minder of niet meer bewegen bemoeilijkt de hersenen in het aanmaken van nieuwe neuronen. En dat is juist nuttig in bijvoorbeeld periodes van stress.

Mogelijk kunnen de resultaten in de toekomst iets betekenen voor mensen die te weinig aan lichaamsbeweging doen. Daarnaast zijn de bevindingen van belang voor astronauten. Zij gebruiken vaak voor een langere tijd hun beenspieren niet.

Dit artikel is gepubliceerd in Frontiers in Neuroscience.