Dromen worden wetenschap

05 april 2013 door LB

Een team van Japanse wetenschappers is erin geslaagd om andermans dromen te lezen. Maar waarom we specifieke droombeelden hebben, blijft nog onopgehelderd.

Een team van Japanse wetenschappers is erin geslaagd om andermans dromen te lezen. Ze berichten er deze week over in Science. Maar waarom we specifieke droombeelden hebben, blijft nog onopgehelderd.

Dromen spreken al eeuwen tot de verbeelding. Vroeger werd gedacht dat de goden via dromen met ons communiceerden. Hannibal liet zich in zijn veldslagen geregeld leiden door zijn dromen. Maar ook menig groot genie, zoals Mendeljev, vond ‘s nachts de oplossing voor zijn probleem. En Friedrich Kekulé begreep ineens de ringvormige structuur van benzeen na een droom over een slang die in haar eigen staart beet. Mary Shelly had de belangrijkste scènes van Frankenstein eerder al eens gedroomd en Beethoven beleefde zijn sonates in bed.

Maar wat zijn dromen nu eigenlijk? Christof Koch, neurowetenschapper aan het Californian Institute of Technology, omschrijft ze in Psyche en Brein (nr. 1, 2011) als ‘levendige sensomotorische hallucinaties met een verhalende structuur.’ Bovendien mogen we zelf meespelen in dat verhaal en zijn we ons goed bewust van wat er rondom ons gebeurt, maar anders dan in het echte leven kan je in dromen geen eigen beslissingen nemen. Beslist je droom dat je plots in bikini op een ijsberg rondloopt, dan doe je dat gewoon.

Soms weten we ’s morgen nog levendig welke spannende avonturen we de voorbije nacht beleefd hebben, of twijfelen we of iets nu echt gebeurd is of in een droom. In het begin van de 20ste eeuw gingen wetenschappers ervan uit dat je alleen gedroomd had als je je dat ’s morgens nog herinnerde, en dat die dromen iets vertelden over je narcistische neigingen of je nood om minderwaardigheisgevoelens te compenseren. Het duurde echter tot de jaren ’50 voor wetenschappers onze slaap op een wetenschappelijke manier gingen bestuderen. Eugene Aserinsky en Nathaniel Kleitman zijn pioniers in slaaponderzoek. Ze ontdekten al snel dat we lang niet al onze dromen onthouden en dat we slapen in verschillende, steeds terugkerende fases. De zogenoemde REM-slaap - wanneer ons lichaam in een soort verlamde toestand verkeert, terwijl onze ogen heel snel bewegen en het hart onregelmatig klopt - werd bestempeld als de fase waarin we dromen.

Later bevestigden PET-scans (posito-emissietomografieën) dat de delen van de hersenen die gelinkt worden aan onze visuele voorstellingen en emoties, een verhoogde activiteit vertonen tijdens de REM-slaap. De gebieden die verband houden met onze wil en evaluatie van logisch en sociaal gepast gedrag werken in die fase minder hard. Toch is die REM-fase niet het enige moment waarop we kunnen dromen. Het duurt tenslotte 90 minuten voor die bereikt wordt, terwijl we na een middagdutje van 20 minuten al dromen kunnen herinneren.

Droom in beeld
PET-scans verklaren waarom we heel goed weten wat er in onze dromen rondom ons gebeurt, terwijl we toch alles passief moeten ondergaan. Maar wetenschappers weten nog steeds niet wat het nut is van dromen. Of waarom je in een droom de ene keer halfnaakt op de Noordpool loopt, en een dag later een surrealistisch gevecht met een sprinkhaan verliest. Japanse onderzoekers hopen alvast het antwoord op die laatste vraag te vinden via droomvisualisatie. Enkele maanden geleden kwamen Yukiyasu Kamitani en zijn researchteam naar buiten met het nieuws dat dromende mensen dezelfde visuele stimuli in de hersenen vertonen als iemand die wakker is. Iemand die droomt over een auto, zal dus eenzelfde patroon vertonen in de visuele hersenregio’s als iemand die er werkelijk naar kijkt. Dat was groot nieuws, want zo waren de eerste stappen naar ‘droomlezen’ gezet.

Ondertussen is het zo ver. De Japanners publiceerden deze week in Science een onderzoek waarin ze er voor het eerst in geslaagd zijn de dromen van hun proefpersonen te ‘lezen’. Hiervoor moet eerst een grote database met begrippen worden opgesteld, die gelinkt zijn aan bepaalde triggers in de hersenen. De onderzoekers visualiseren die triggers door een hersenscan te maken van de proefpersonen die naar foto’s van de verschillende begrippen keken. Vervolgens lieten ze de proefpersonen rustig indommelen, om ze na 5 à 6 minuten weer wakker te maken. Op dat moment is de eerste slaapfase, het zachtjes inslapen, net achter de rug en bevindt de proefpersoon zich in fase 2: een diepere slaap, al ben je dan nog heel gevoelig voor de omgeving. In driekwart van de gevallen herinnerden de pas ontwaakte proefpersoon zich nog een droom, die ze nauwkeurig mochten beschrijven. De onderzoekers vergeleken die rapporten met de informatie uit de hersenscans en databases, en ontdekten dat die twee heel goed overlapten.


De wetenschappers konden een droom lezen met de hulp van een grote database met begrippen gelinkt aan triggers in de hersenen.

Prof. Kamitani vertelt waarom zijn onderzoek zo belangrijk is: ‘Tot hiertoe was alle informatie die we over de inhoud van dromen hadden, afkomstig van de proefpersonen zelf, een subjectieve bron. Nu hebben we de mogelijkheid om ook objectief waar te nemen wat mensen dromen, wat ons misschien extra informatie kan geven over het hoe en waarom van onze dromen.’ Toch is er nog veel werk aan de winkel. De databases moeten uitgebreid worden, het systeem moet nog verfijnd worden en de methode moet ook nog getest worden voor andere fases, zoals de REM-slaap. Al heeft de professor er alle vertrouwen in dat dat zal lukken.

Dagboek van je dromen
Wie al verder in de toekomst kijkt, ziet al scenario’s voor zich waarbij mensen ’s middags tijdens de lunch op hun smartphone kijken naar een filmpje van wat ze ’s nachts gedroomd hebben. Dat klinkt misschien futuristisch, maar kan zeker nuttig zijn. Heel wat genieën kregen hun wereldberoemde inval tijdens een droom, en onderzoek heeft al uitgewezen dat dromen ook voor de doorsnee sterveling probleemoplossend kan werken. In 2009 ontdekten wetenschappers dat proefpersonen die een probleem moesten oplossen op een creatieve manier, daar vaak beter in slaagden na een slaap waarbij ze de REM-fase doorgingen. Verder onderzoek bevestigde die hypothese.

Wie zelf met een probleem zit, wordt het volgende aangeraden: Denk voor je gaat slapen heel sterk aan je probleem, probeer het ook te visualiseren. Terwijl je zachtjes inslaapt, probeer je dat probleem vast te houden en waneer je de volgende ochtend wakker wordt, probeer dan rustig te herinneren wat je de voorbije nacht gedroomd hebt. Het is geen garantie op succes, maar baat het niet, dan schaadt het niet.