Eos Blogs

Eens psychopaat, altijd psychopaat?

Marc Dutroux heeft een nieuw psychiatrisch onderzoek gevraagd in de hoop om vrij te komen. Kunnen psychopaten hun leven beteren of moeten we hen levenslang opsluiten?

Een ongeneeslijke psychopaat van de ergste soort. Zo typeerden psychiaters Marc Dutroux jaren geleden, toen hij levenslang kreeg voor ontvoering, verkrachting en moord van jonge meisjes. Het was 1996 toen Dutroux’ gruweldaden aan het licht kwamen, en twee meisjes – Sabine en Laetitia – gered werden uit zijn martelkelder. Zelf had ik op dat moment zowat de leeftijd van An en Eefje, twee andere slachtoffers van Dutroux en zijn kompanen, die helaas voor eeuwig 17 en 19 zullen blijven. De slachtoffers belichaamden de ultieme nachtmerrie: kinderen die op straat gekidnapt worden door onbekenden, opgesloten werden in een kelder, misbruikt en uitgehongerd of vermoord. 

Complottheorieën tierden welig. Er gingen stemmen op om de doodstraf opnieuw in te voeren. En er waren de Witte Mars en de betogingen tegen het zogenoemde spaghetti-arrest: onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte werd van het onderzoek gehaald omdat hij naar een benefiet (met spaghetti) was geweest voor de ouders van de slachtoffers. 

Is Dutroux inderdaad een ongeneeslijke psychopaat? En geldt dat voor alle psychopaten?

Bijna vijfentwintig jaar zijn er intussen verstreken. Dutroux’ kompanen Martin, Lelièvre en Nihoul zijn al een tijdje opnieuw op vrije voeten. Dutroux zelf zit nog vast, maar zet alles op alles om in 2021 vrij te komen. Hij heeft een nieuw psychiatrisch onderzoek gevraagd, dat moet uitwijzen hoe groot het risico zou zijn dat hij hervalt als hij zou worden vrijgelaten. 

Is Dutroux inderdaad een ongeneeslijke psychopaat? En geldt dat bij uitbreiding voor alle psychopaten? Journalist Karst Tjoelker dook in de wetenschappelijke literatuur en legde de vraag voor aan experts. Psychopathie is een persoonlijkheidsstoornis, en daarom heel lastig aan te pakken met therapie. Lastig, maar moeilijk gaat ook, klinkt het. Bij sommige psychopaten boekt men vooruitgang met cognitieve gedragstherapie of – beter – met schematherapie, die zich onder meer richt op de hechtingsstijl. Tegelijk moeten therapeuten er rekening mee houden dat psychopaten erg sluw kunnen zijn en beterschap en meegaandheid kunnen veinzen. 

Maar zelfs als het rapport voor Dutroux gunstig zou uitvallen, is de kans op vervroegde vrijlating zo goed als onbestaande. Het risico dat de maatschappij zelf ‘recht zal doen geschieden’ is wellicht veel acuter dan het risico op recidive.