Wie geen kinderen krijgt, wordt niet per se eenzaam oud. De context van die kinderloosheid en het verdere verloop van iemands leven zijn wél bepalend voor eenzaamheid op latere leeftijd.
Beeld je in dat je op vakantie bent. Op een zonovergoten ochtend beslis je om een grote trektocht te houden. Met vastberaden tred vertrek je. Met al enkele kilometers in de benen kom je voor een T-splitsing, en kan je twee kanten uit: je kan het brede, met houtsnippers aangelegde pad volgen dat anderen voor je overduidelijk al vaak bewandelden, of je volgt een kleiner, dichter begroeid, minder populair pad. Welk pad volg jij?
Kinderen krijgen lijkt nog vaak het standaard levenspad dat je als volwassene moet bewandelen. Krijg je geen kinderen, dan wijk je af van de norm en dus van het pad dat je zou moeten volgen. Geen kinderen hebben zou negatieve gevolgen hebben, zoals een gebrek aan sociale steun en meer risico op eenzaamheid. Wat is daar precies van aan? Riskeren ouderen zonder kinderen meer eenzaamheid dan hun leeftijdsgenoten die wel kinderen kregen?
Daar wilde ik meer over weten. Eerst bevroeg ik een groep van 543 ouderen (60-98 jaar) in Vlaanderen en Brussel met en zonder kinderen. Dat gaf me een beeld van de eenzaamheid bij 60-plussers en of die wel of niet samenhangt met ouderschap. Want of het nu gaat over sociale eenzaamheid (het gemis aan een bredere kring aan sociale contacten), emotionele eenzaamheid (het gemis van een intieme connectie met iemand) of existentiële eenzaamheid (een gebrek aan zingeving): mensen zonder kinderen zouden op alle drie de types eenzaamheid een hoger risico lopen.
Uit de enquêtes die ik heb afgenomen blijkt echter geen verschil tussen de groep met en de groep zonder kinderen: wanneer je oud wordt zonder kinderen, ben je met andere woorden niet gedoemd tot een eenzame oude dag.
Kinderloze ouderen leiden zeker geen leven met alleen maar eenzame dagen vol gemis
Waarom heeft een 60-plusser geen kinderen?
Ik ging nog een stapje verder. Ik was ook benieuwd naar de redenen die mensen hadden om niet aan kinderen te beginnen, en of die redenen misschien wel een rol speelden bij hun eenzaamheid.
En ja, zoals ik in mijn vorige blog al schreef, komen hier wél verschillen naar boven. 60-plussers die geen kinderen hebben door bepaalde gebeurtenissen in hun leven die een impact nalieten, zullen sociaal eenzamer zijn: zij zullen sneller een bredere kring aan sociale contacten missen dan hun kinderloze leeftijdsgenoten die dit niet als reden aanhalen.
Als ze geen kinderen hebben vanwege gezondheidsproblemen (bij zichzelf of bij de partner), dan lijden ze meer onder emotionele eenzaamheid, ze missen dan een intiem contact met iemand. Tot slot is er "de partner" als reden: mensen die hun kinderloosheid wijten aan hun partner (die zelf geen kinderen wilde, die te oud werd, die afwezig was door het werk, etc.), ervaren een hogere emotionele eenzaamheid én een hogere existentiële eenzaamheid. Zij missen dus vaker een intieme connectie met iemand en ondervinden een groter gebrek aan zingeving.
De enige groep ouderen zonder kinderen die niet eenzamer was, is de groep die naar eigen zeggen geen kinderen had door een bewuste, persoonlijke keuze. Op geen enkel van die drie soorten eenzaamheid lopen zij een hoger risico.
Ruimte voor andere dingen
Waarom zijn ouderen zonder kinderen niet per se eenzamer dan ouderen met kinderen? Niemand kan daar beter op antwoorden dan de 60-plussers zelf. Ik nam van 12 ouderen, allemaal kinderloos om uiteenlopende redenen, diepte-interviews af waarin ik hun hele levensverhaal van dichterbij bekeek. In die verhalen kwamen onderwerpen naar boven die verklaren waarom zij niet eenzamer zijn dan leeftijdsgenoten met kinderen.
Zo vertelden dat ze doorheen het leven ruimte leerden maken voor andere dingen (zoals sport of vakantie), dat ze hun kinderloosheid mettertijd beter konden aanvaarden en dat de kinderen van anderen (bv. petekinderen of neven en nichten) soms een betekenisvolle rol speelden doorheen hun leven. Soms ervaarden ze wel het gevoel van “er niet bij te horen”, wat hen soms eenzaam deed voelen. In hun verhalen kwam een breed scala aan gevoelens naar boven, maar ze leiden zeker geen leven met alleen maar eenzame dagen vol gemis.
De conclusie van mijn onderzoek? Uiteraard kunnen ouderen zonder kinderen eenzaam zijn, zoals dat gevoel ieder van ons op een dag kan bekruipen. Het hebben van kinderen vormt daar niet per se een buffer tegen, want, zo zei één van de geïnterviewden, je kan ook eenzaam zijn als je wel kinderen hebt.
Kinderen krijgen is geen noodzakelijk levenspad dat je moet bewandelen doorheen je leven. Er is niet één juist pad; er zijn meerdere levenspaden met of zonder kinderen mogelijk, waarbij het ene niet “juister” is dan het andere. Het is de context waarin we leven en de gebeurtenissen die we meemaken die bepalen of we ons eenzaam zullen voelen. Mijn raad is dus: wees niet bang om een minder bewandeld pad te volgen. Dat pad zal niet moeten onderdoen voor het bredere pad dat zovelen vóór jou al bewandelden.
Hannelore Stegen dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2025. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.