"Het lekkerste voor het laatst?" Het belang van zelfcontrole in vraag gesteld

Ontwikkelingspsychologen zien zelfcontrole als één van de belangrijkste voorspellers van een succesvol leven. Mensen met zelfcontrole zijn gelukkiger in hun relaties, leven gezonder en zijn succesvoller in hun werk. Maar… is uitstel van behoeftebevrediging wel in alle omstandigheden functioneel?

Als de marshmallow taak dan geen goede zelfcontrole taak is, hoe kunnen we dan verklaren dat kinderen die konden wachten op de beloofde tweede marshmallow succesvoller waren in hun latere leven dan kinderen die niet konden wachten? De verklaring is waarschijnlijk dat de kinderen die konden wachten in een voorspelbare en veilige omgeving opgroeiden en daardoor allerlei kansen kregen die kinderen die opgroeiden in een onvoorspelbare, onveilige omgeving (armoede, slechte buurten, misbruik, verwaarlozing, …) niet kregen.

Risico-inschatting en flexibiliteit: wanneer te wachten en wanneer niet?

Het geheim van een succesvol leven is dus niet enkel het ontwikkelen van zelfcontrole. Maar wat dan wel? Een mogelijk bepalende factor is de kunst om een juiste kansberekening te maken: Hoe groot is de kans dat wachten leidt tot een grotere beloning? Lee en Carlson (2015) toonden aan dat kinderen die hun gedrag konden aanpassen aan de context (in onvoorspelbare omgeving geen uitstel van behoeftebevrediging en in een voorspelbare omgeving wel uitstel van behoeftebevrediging ten gunste van een niet-gegarandeerde grotere beloning) beter scoorden op een test voor executieve functies. Succes lijkt dus gerelateerd aan juiste risico-inschattingen op grond van omgevingskenmerken (waarbij voorspelbaarheid en percepties van controle een rol spelen) in combinatie met het flexibel aanpassen van gedrag aan die risico-inschatting. Hoe goed zouden de dakloze kinderen van Celeste Kidd daarin zijn?

Dit artikel werd geschreven door Jantine Spilt, assistent professor aan KU Leuven. Dit blogbericht verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com/.

Referenties:

Casey, B. J., Somerville, L. H., Gotlib, I. H., Ayduk, O., Franklin, N. T., Askren, M. K., & Shoda, Y. (2011). Behavioral and neural correlates of delay of gratification 40 years later. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America, 108, 14998–15003. doi:10.1073/pnas.1108561108

Kidd, C., Palmeri, H., & Aslin, R. N. (2013). Rational snacking: Young children’s decision-making on the marshmallow task is moderated by beliefs about environmental reliability. Cognition, 126(1), 109-114.

Lee, W. S., & Carlson, S. M. (2015). Knowing when to be “rational”: Flexible economic decision making and executive function in preschool children. Child Development, 86(5), 1434-1448.

Michaelson, L., de la Vega, A., Chatham, C., & Munakata, Y. (2013). Delaying gratification depends on social trust. Frontiers in psychology, 4, 355.

Michaelson, L., de la Vega, A., Chatham, C., & Munakata, Y. (2013). Delaying gratification depends on social trust. Frontiers in psychology, 4, 355.

Michaelson, L. E., & Munakata, Y. (2016). Trust matters: Seeing how an adult treats another person influences preschoolers’ willingness to delay gratification. Developmental Science, 19(6), 1011-1019.

Pepper, G. V., & Nettle, D. (2017). The behavioural constellation of deprivation: causes and consequences. Behavioral and Brain Sciences, 40.

 

In een onvoorspelbare omgeving is een korte-termijn winst die gegarandeerd is waardevoller dan een grotere lange-termijn winst die ongewis is.
Succes lijkt dus gerelateerd aan juiste risico-inschattingen op grond van omgevingskenmerken (waarbij voorspelbaarheid en percepties van controle een rol spelen) in combinatie met het flexibel aanpassen van gedrag aan die risico-inschatting.

Het lekkerste voor het laatst

Je kunt als ouders niet vroeg genoeg beginnen met het trainen van zelfcontrole. Dus ik leer mijn kinderen ‘het lekkerste voor het laatst te bewaren’. Mijn 5-jaar oude dochter eet dus eerst de boterhamhapjes met korstjes en bewaart de zachte hapjes zonder korstjes voor het laatst. Mijn 2-jaar oude dochter kan dit niet. Aan het eind van elke broodmaaltijd liggen enkel nog de broodkorsten op haar bord. Die ze uiterst traag en met lange tanden naar binnen werkt… omdat dat van mama moet. En zo eindigt de broodmaaltijd altijd in mineur.

De marshmallow test

Het lekkerste (of het beste) voor het laatst bewaren lijkt op de klassieke marshmallow test (Mischel, 1974). In deze test laat de testleider de kinderen kiezen: Of nu één marshmallow krijgen, of wachten tot de testleider terugkomt en dan twéé marshmallows krijgen. Vervolgens gaat de testleider weg. De kinderen blijven achter met het schoteltje met de marshmallow. En dan begint het lange wachten. Sommige kinderen lukt het om te wachten en krijgen dan de beloofde extra marshmallow, andere kinderen lukt het niet. YouTube staat vol met hilarische filmpjes van deze test. Onderzoek toonde aan dat de kinderen die konden wachten in vele opzichten een succesvoller leven leidden dan de kinderen die niet konden wachten. Uitstel van behoeftebevrediging voorspelde studievaardigheden en schoolprestaties, sociale relaties en fysieke gezondheid. Positieve effecten werden zelfs 40 jaar later nog gemeten (Carlson et al., 2011).

Uitstel van behoeftebevrediging, onvoorspelbaarheid en kansarmoede

Celeste Kidd werkte met kinderen in een opvang voor daklozen. In haar blog vertelt ze hoe de moed haar in de schoenen zonk toen ze voor het eerst over de marshmallow test hoorde. Ze wist dat de kinderen in de opvang hopeloos zouden falen op de marshmallow test. Wat zou er terecht komen van deze kinderen die hun eten en snoep altijd zo snel mogelijk naar binnen schrokten en volledige potten verf op hun tekeningen lieten vloeien? Waren deze kinderen gedoemd om te mislukken? Totdat ze zich realiseerde dat er iets niet klopte. In een vijandige en onvoorspelbare leefomgeving is het misschien juist wel slim om nu die marshmallow op te eten: je weet immers nooit of er straks wel echt een tweede zal zijn?! In een onvoorspelbare omgeving is een korte-termijn winst die gegarandeerd is waardevoller dan een grotere lange-termijn winst die ongewis is.

Celeste Kidd en collega’s bedachten een manier om deze hypothese te toetsen. Ze verdeelden de kinderen willekeurig over twee condities: een betrouwbare omgeving versus een onbetrouwbare omgeving. In de betrouwbare omgeving kregen kinderen de beloofde nieuwe kleurpotloden. In de onbetrouwbare omgeving moesten ze het doen met oude, veelgebruikte kleurpotloden: “I’m sorry, but I made a mistake. We don’t have any other art supplies after all. But why don’t you just use these instead?”. Daarna werden kinderen onderworpen aan de marshmallow test. Wat bleek? Kinderen in de onbetrouwbare conditie kozen vaker voor het opeten van de eerste marshmallow. Terwijl kinderen in de betrouwbare conditie vaker kozen om te wachten op de tweede marshmallow. Dit onderzoek toont aan dat verwachtingen een grote rol spelen in de marshmellow test en niet enkel de mate van zelfcontrole. Laura Michaelson en collega’s onderzochten eenzelfde hypothese eerst bij volwassenen (2013) en later bij jonge kinderen (2016). Zowel volwassenen als jonge kinderen toonden meer onmiddellijke behoeftebevrediging wanneer ze te maken hadden met een onbetrouwbare volwassene.