Column

Hoe de coronacris een dictatuur in het zadel helpt

Ons brein wil onzekerheid beperken, want het onbekende is vermoeiend. Dat kan verklaren waarom complottheorieën succes hebben en de behoefte naar sterke leiders groeit.

Toen ik als kind ging wandelen met het gezin was de vraag ‘Papa, wanneer zijn we er?’ een vaste waarde. Mijn eigen kinderen doen vandaag hetzelfde. Kinderen willen weten wanneer het afgelopen is. 

Op het moment dat ik dit schrijft, willen volwassenen hetzelfde vragen aan de leiders van hun land: ‘Wanneer is de coronacrisis over?’, ‘Wanneer eindigt de lockdown?’

Laten we duidelijk zijn: we weten niet wanneer het leven weer normaal zal verlopen. Maar iedere vader en moeder weet dat je een antwoord moet geven op zulke vragen. “Nog tien minuten”, zeg ik mijn kroost dan. Tien minuten later doemt er helaas een nieuwe bocht op in de weg, een volgende heuvel, een andere rivier. En ze stellen dezelfde vraag opnieuw. Dat werkt een tijdje. Maar op een gegeven moment verheffen de stemmetjes zich. “Zeg papa, tien minuten geleden zei je ook dat het nog tien minuten was!” Dan ben je hen een uitleg verschuldigd. 

Niets is erger dan onzekerheid, zowel voor kinderen als voor volwassenen

Toch is zeggen dat het nog tien minuten zal duren altijd beter dan te antwoorden dat je het niet weet. Niets is erger dan onzekerheid, zowel voor kinderen als voor volwassenen. Zowel voor een wandeling als voor de versoepeling van de coronamaatregelen.

Onzekerheid is vreselijk. In 1993 muntte de Amerikaanse psycholoog Arie Kruglanski het concept cognitive closure. Ons brein wil onzekerheid beperken. We willen weten wat we kunnen verwachten en onze tijd niet verspillen met ons duizenden mogelijkheden voor te stellen. Het onbekende is vermoeiend, net zoals de afwezigheid van een tijdslijn, die je een houvast geeft om je leven te organiseren. 

Onze behoefte aan cognitive closure kan voor een stuk verklaren waarom complottheorieën succes hebben. Neem nu de theorie dat het virus bewust is gecreëerd om een deel van de mensheid te vernietigen. Dat is natuurlijk niet prettig. Maar het geeft wel zekerheid. Je hoeft je geen vragen meer te stellen.

De Amerikaanse president Donald Trump, zijn Braziliaanse evenknie Jair Bolsonaro en de Hongaarse premier Viktor Orban hebben de behoefte aan cognitive closure ingevuld. Op het programma: raciale of seksuele stereotypen, anti-intellectualisme, een gespierd discours. 

Vandaag is de onzekerheid groot. Te groot. Onze behoefte aan cognitive closure groeit. Dat gaat samen met een voorliefde voor stereotypen, zo blijkt uit onderzoek. Zie het als kant-en-klare mentale omheiningen die de mogelijkheid bieden om te stoppen met vragen stellen over de complexe realiteit. Tegelijk groeit de achterban van autoritaire figuren. Een autoritaire macht biedt de mogelijkheid om de wereld te ordenen. Onderzoek van Robert Altemeyer liet zien dat er een verband is tussen autoritarisme, stereotypen, anti-intellectualisme (men haat intellectuelen die te veel discussiëren over de complexe realiteit) en de drang om minderheden te onderdrukken die de bestaande orde kunnen bedreigen of verzwakken. De autoritaire persoonlijkheid, zegt Altemeyer, heeft een verhoogde nood aan cognitive closure. Ze haat onzekerheid en ziet de maatschappij het liefst geleid door sterke mannen.

Een autoritair regime kan de indruk geven dat het de gezondheidscrisis efficiënter kan managen

Trump, Bolsonaro en Orban zijn ermee groot geworden: raciale of seksuele stereotypen, anti-intellectualisme, een beroep doen op het leger, de beperking van vrijheden, een gespierd discours …

De huidige onzekerheid is een gevaar voor de democratie. Hoe meer ze stijgt, hoe groter de nood aan cognitive closure en hoe meer risico dat mensen gaan verlangen naar autoritaire leiders en stereotypen gaan aanhangen. 

De situatie rond covid-19 moeten we opvolgen zoals melk op het vuur. Een autoritair regime kan de indruk geven dat het de gezondheidscrisis efficiënter kan managen.

Dat de Franse overheid (net als de Belgische en de Nederlandse, red.) data aankondigt voor een verdere versoepeling is een goed idee. Tegelijk moeten we waakzaam zijn dat die deadlines ook effectief haalbaar zijn. Want het antwoord ‘Nog tien minuten’ kun je geen tien keer herhalen…