“Ik ben te dik” – Een typische gedachte in de adolescentie

Recent onderzoek toont aan dat lichaamsontevredenheid eerder de norm vormt bij adolescente meisjes.

Tijdens de adolescentie krijgt het lichaam een belangrijke plaats in de manier hoe jongeren zichzelf en anderen beoordelen. Jongeren vergelijken hun lichaam vaak met leeftijdsgenoten en zijn erg gevoelig voor de lichaamsidealen die bestaan in onze (westerse) samenleving. Vrouwen zouden slank moeten zijn en mannen slank en gespierd. Een eerder blogbericht omschreef reeds de rol die deze schoonheidsidealen kunnen spelen op zowel het lichaamsbeeld als de identiteitsvorming van jongeren.

Aangezien het erg moeilijk is om aan de onrealistische westerse schoonheidsidealen te voldoen, zijn veel jongeren eerder ontevreden over hun eigen lichaam. Vooral meisjes en personen met een hoger BMI lijken kwetsbaar. Gevoelens van lichaamsontevredenheid kunnen leiden tot ongezond eetgedrag (zoals diëten, overeten of overgeven) en kunnen belangrijke risicofactoren vormen voor het ontwikkelen van een eetstoornis (zoals anorexia nervosa of bulimia nervosa). Zowel verstoord eetgedrag als eetstoornissen kennen vaak hun start in de adolescentie. Het is dan ook erg belangrijk om deze gedachten en gevoelens van lichaamsontevredenheid doorheen de adolescentie proberen te begrijpen en te onderzoeken.

Huidige studie

In onze studie vulden 528 middelbare schoolstudenten in Vlaanderen vragenlijsten in op 3 meetmomenten, gespreid over twee jaar. De jongeren waren tijdens het eerste meetmoment tussen 12 en 18 jaar oud en er namen ongeveer evenveel meisjes (50.5%) als jongens (49.5%) deel aan de studie. In deze studie wilden we nagaan in welke mate eetstoornissymptomen aanwezig zijn bij Vlaamse jongeren en hoe deze ontwikkelen doorheen de tijd.

In het onderzoek focusten we op drie belangrijke eetstoornissymptomen:

(1) lichaamsontevredenheid

(2) de wens dunner te zijn

(3) bulimie symptomen (overeten en overgeven)

Bijkomend wilden we op zoek gaan naar jongeren die kwetsbaarder of juist resistenter zijn voor het ervaren van deze symptomen. We onderzochten of er binnen de grote groep van 528 studenten ook kleinere groepen jongeren konden onderscheiden worden die verschillend scoorden op deze symptomen.

Resultaten

Zoals verwacht gaven meisjes gemiddeld meer eetstoornissymptomen aan dan jongens. Eerder onderzoek toont ook aan dat meisjes algemeen gevoeliger zijn voor het internaliseren van het slanke schoonheidsideaal in onze samenleving. De gemiddelde scores lagen in onze studie echter heel hoog. Het lijkt dus eerder “normaal” te zijn voor een meisje om ontevreden te zijn over haar lichaam en dunner te willen zijn, dan dat het abnormaal is.

Gedurende de twee jaar van onze studie bleven de eetstoornissymptomen zowel bij meisjes als bij jongens vrij stabiel. Het idee dat eetstoornissymptomen tijdelijk zijn of “pieken” op een bepaalde leeftijd, lijkt dus op basis van onze studie niet helemaal waar. Het is dan ook belangrijk om kwetsbare individuen te identificeren op jonge leeftijd, aangezien zij mogelijk gedurende de hele adolescentie met deze gevoelens en gedachten zullen worstelen. Bovendien zijn zij ook kwetsbaar om ooit over te gaan tot ernstig verstoord eetgedrag.

Om deze kwetsbare adolescenten te kunnen identificeren, probeerden we groepen adolescenten te onderscheiden op basis van hun gewicht en eetsymptomen.

Bij meisjes konden we vier groepen terugvinden.

  1. De grootste groep meisjes (42%) had een normaal gewicht en gaf aan “soms” tot ”vaak” eetstoornissymptomen te ervaren. Dit resultaat toont aan dat negatieve gevoelens ten aanzien van het lichaam steeds meer de norm worden bij adolescente meisjes.
  2. Een tweede groep (23%) vertoonde een kwetsbaar profiel met meisjes die “meestal” tot “altijd” eetstoornissymptomen aangaven, maar wel een normaal gewicht hadden. Ondanks het feit dat deze meisjes dus een gezond gewicht hebben, ervaren zij een sterke wens om dunner te zijn en zijn ze erg ontevreden met hun lichaam.
  3. Een derde groep meisjes (27%) had bijna ondergewicht, maar gaf aan “nooit” tot “zelden” eetstoornissymptomen te ervaren. Mogelijk zitten in deze groep meisjes die iets jonger zijn en van nature nog een vrij slank lichaam hebben. Echter, het is ook mogelijk dat in deze groep meisjes zitten die kampen met eetstoornisgedachten en -gevoelens, maar deze moeilijk kunnen toegeven of erkennen. Onderzoek toont namelijk aan dat personen met een beginnende eetstoornis de symptomen vaak (bewust of onbewust) ontkennen en het dan zeker in een onderzoekcontext erg moeilijk is om dit weer te geven.
  4. Tenslotte omvatte een vierde groep (7%) meisjes met overgewicht die “vaak” tot “meestal” eetstoornissymptomen ervoeren. Aangezien een hoger BMI een belangrijke risicofactor is voor het ontwikkelen van lichaamsontevredenheid, was deze bevinding minder verrassend.

Bij jongens konden we slechts twee groepen onderscheiden.

  1. De meerderheid van de jongens (82%) gaf aan “zelden” eetstoornissymptomen te ervaren en een normaal gewicht te hebben.
  2. Een minderheid (18%) had overgewicht en gaf aan “soms” tot “vaak” eetstoornissymptomen te ervaren.

Deze resultaten liggen in lijn met onze verwachtingen en versterken ook het idee dat jongens iets resistenter lijken te zijn voor het slanke schoonheidsideaal. Toch is het belangrijk te benadrukken dat jongens vaker een gespierd lichaam idealiseren en soms overgaan tot excessief sporten om dit resultaat proberen te bereiken. Het zou dan ook interessant zijn om in volgend onderzoek dit thema te onderzoeken.

Wat nemen we hier uit mee?

De adolescentie is een erg belangrijke periode waarin jongeren leren hoe ze met hun lichaam omgaan. Toch is het voor veel jongeren, en dan voornamelijk meisjes, erg moeilijk om dit op een gezonde manier te doen. Onafhankelijk van hun gewicht, ervaren veel meisjes ontevredenheid over hun lichaam en de wens om dunner te willen zijn. Zelfs meisjes met een gezond gewicht kunnen erg kwetsbaar zijn. Vele jongeren gaan dan ook over tot verstoord eetgedrag zoals diëten, overeten of overgeven. Het is daarom erg belangrijk om jongeren een gezond en realistisch lichaamsbeeld aan te leren om eetstoornissymptomen (of een klinische stoornis) te voorkomen.

Wil je hier meer over weten? Je kan het originele artikel hier terugvinden. (Verschueren, M., Claes, L., Palmeroni, N. et al. (2020) Eating disorder symptomatology in adolescent boys and girls: Identifying distinct developmental trajectory classes. Journal of Youth and Adolescence, 49, 410–426. DOI: 10.1007/s10964-019-01174-0)

Dit artikel werd geschreven door Margaux Verschueren, doctoraal onderzoeker FWO aan KU Leuven. Dit blogbericht verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com/.