Je eet je brein op tijdens een marathon

Je hebt zoveel energie nodig dat je de witte stof in je brein ‘opeet’.

Aan één stuk 42 kilometer hardlopen? Weinigen onder ons wagen zich eraan. En met een goede reden: een marathon is een inspanning die veel energie vergt. Om het vol te houden tot aan de finish, gaat het lichaam eerst op zoek naar energie in zijn koolhydratenvoorraad. Wanneer die brandstof is uitgeput, verbrandt het lichaam de vetten die in de buik en onder de huid zitten. Maar daar stopt het niet. Spaanse wetenschappers hebben ontdekt dat de hersenen ook bijdragen aan die energiereserves. Ze peuzelen namelijk hun eigen myeline op. Myeline is het witte, vettige laagje rond de axonen waarmee de neuronen met elkaar communiceren. Dat laagje garandeert een snelle signaaloverdracht.

Pedro Ramos-Cabrer en zijn collega’s kwamen tot die conclusie door tien marathonlopers in een MRI-scanner te laten plaatsnemen en beelden te maken van hun hersenen. Dat deden ze twee dagen voor de marathon, twee dagen nadien, twee weken en tot slot twee maanden na de sportieve prestatie. Ze stelden een daling vast in de hoeveelheid myeline net na de loopwedstrijd in twaalf hersengebieden die betrokken zijn bij de motoriek, emoties en zintuigelijke waarneming – zones die bijzonder hard worden belast tijdens de inspanning en die dus ook veel energie vreten.

Gelukkig beginnen de myelineniveaus zich na twee weken te herstellen en zijn ze weer volledig hersteld na twee maanden. Volgens de onderzoekers zou dat tijdelijk myelineverlies het lichaam toelaten om te voldoen aan de behoeften van de hersenen in het geval van een energietekort.