Kleuters zoeken het best zelf naar antwoorden

27 maart 2014 door Eos-redactie

Kleuters zijn heel geïnteresseerd in wetenschap en techniek, maar hoe goed ze wetenschappelijke verklaringen kunnen bedenken hangt af van de context en de volwassenen rond hen.

Kleuters zijn heel geïnteresseerd in wetenschap en techniek, maar hoe goed ze wetenschappelijke taakjes uitvoeren hangt af van de context en de volwassenen rond hen. Dat blijkt uit onderzoek van Heidi Meindertsma van de Rijksuniversiteit Groningen.

 

'Om erachter te komen waarom kleuters zo geïnteresseerd zijn, moet je eerst onderzoeken wat ze precies kunnen', zegt Meindertsma. Ze liet kinderen verschillende taken uitvoeren en onderzocht bijvoorbeeld hoe goed kinderen kunnen voorspellen of een voorwerp zal zinken of drijven. Daarna vroeg ze hen of ze dit konden verklaren. Er was amper een verband tussen het voorspellen en verklaren. 'Een kind dat goed voorspelde of iets zou blijven drijven, kon niet verklaren waarom. Een kind dat een foute voorspelling deed, had dan weer een mooie redenering. Voor kleuters lijken die leerprocessen niet veel met elkaar te maken te hebben.'

 

De prestaties veranderden zeer snel. Een kleuter kon bijvoorbeeld eerst goed verklaren waarom een gom bleef drijven en een knikker niet, maar wist even later niet waarom een potlood drijft. 'Daaruit kun je afleiden dat een momentopname, zoals een toets, alleen iets zegt over wat een kind nu kan, maar weinig over wat het over een uur of overmorgen presteert', meent Meindertsma.

 

Volwassenen hebben ook een sterke invloed op de prestaties van de kleuters. Zo komen ze met de meest verrassende verklaringen op de proppen als een volwassene blijft doorvragen. 'Als een kind vraagt waarom de maan vanavond zo groot is, ga dan een vraaggesprek aan in plaats van het antwoord meteen te geven. Laat kinderen zelf verklaringen zoeken, daar leren ze het meeste van', besluit Meindertsma.

 

Het onderzoek maakte deel uit van het onderzoeksprogramma Talentenkracht. Dat is gericht op kinderen en jongeren tussen de drie en veertien jaar. De onderzoekers hopen te ontdekken hoe kinderen hun natuurlijke interesse voor wetenschap kunnen vasthouden als ze ouder worden. (cs)