Leestoetsen focussen onterecht op snelheid

30 september 2015 door Eos-redactie

Leestoetsen op school focussen vaak op snel lezen. Maar snel lezen is niet altijd goed, zo blijkt uit recent onderzoek.

Leestoetsen op school focussen vaak op snel lezen. Maar snel lezen is niet altijd goed, zo blijkt uit onderzoek.

Wat is de beste aanpak voor begrijpend lezen? Om die vraag te beantwoorden, onderzocht taalwetenschapper Linda de Leeuw (Radboud Universiteit Nijmegen) kinderen van 8 tot 12 jaar. Met eye tracking ging ze na hoe kinderen (stil)lezen.

Snelle lezers bleken niet altijd goede lezers. Sterker nog: een hoge leessnelheid kan er bij technisch zwak lezende kinderen voor zorgen dat ze de tekst minder goed begrijpen. Dat lukt beter als ze hun tempo aanpassen. Verder bleken goede lezers relatief meer tijd te besteden aan titels.

‘Het leesonderwijs is erg op snelheid gericht. Leestoetsen zoals de Eén- en Drie-Minuten Toetsen, maar ook AVI-toetsen, meten het leesniveau en kijken daarbij vooral naar leessnelheid. Hiermee krijgen kinderen het idee dat snel lezen belangrijk is. Mijn onderzoek laat zien dat dat maar ten dele klopt’, zegt De Leeuw.

Hoe moet het dan wel? De Leeuw raadt aan om pas op begrijpend lezen te oefenen als kinderen de letters goed ontcijferen, losse woorden goed lezen en een uitgebreide woordenschat hebben. Om dat laatste te trainen, kunnen kinderen gestimuleerd worden om actief verbanden tussen zinnen te leggen. Ook pleit De Leeuw voor lesteksten op verschillende leesniveaus. ‘Als de teksten in het geschiedenisboek te moeilijk zijn, onthouden kinderen niet de informatie die ze nodig hebben. Nieuwe, digitale lesmethoden kunnen daarop inspelen met differentiatie naar leesniveau.’

Linda de Leeuw promoveert op dit onderzoek op 13 oktober. Haar onderzoek krijgt ook een vervolg: momenteel werkt ze aan software die via eye tracking achterhaalt of kinderen normaal, radend of spellend lezen, en aan een leeshulp op maat van deze types lezers. (lg)