Meer neuronen, minder angst

18 juni 2014 door Eos-redactie

Het volwassen brein vormt elke dag nieuwe hersencellen. Deze nieuwe cellen helpen ons de ene herinnering van de andere te onderscheiden – een ontdekking die tot nieuwe behandelingen van angststoornissen kan leiden.

Het volwassen brein vormt elke dag nieuwe hersencellen. Deze nieuwe cellen helpen ons de ene herinnering van de andere te onderscheiden – een ontdekking die tot nieuwe behandelingen van angststoornissen kan leiden.

Elke dag vormt ons brein zowat 1.400 nieuwe neuronen, onder meer in de hippocampus, een hersengebied dat een rol speelt bij leren, geheugen en emoties. Die jonge cellen in de hippocampus zorgen er hoogstwaarschijnlijk voor dat we herinneringen die op elkaar lijken, van elkaar kunnen onderscheiden. Zo herinneren we ons bijvoorbeeld wél waar we vanmorgen de auto parkeerden, maar niet meer waar dat vorige week was. Dat ontdekten onderzoekers van Columbia University, die hun bevindingen beschrijven in een artikel in de Scientific American-katern van Eos.

De onderzoekers voerden studies uit bij muizen. Als die geen nieuwe neuronen konden aanmaken, konden ze geen onderscheid meer maken tussen situaties waarin ze terecht bang moesten zijn (want ze kregen een elektrische schok) en situaties die daar alleen op leken. Ze reageerden dus angstig terwijl daar geen reden toe was.

Als dat ook bij mensen zo blijkt te zijn, dan kan die bevinding nieuwe inzichten bieden voor psychologische aandoeningen zoals posttraumatisch stresssyndroom. Die worden immers gekenmerkt door overdreven angstreacties op banale gebeurtenissen, zoals het harde geluid van een knalpot, dat een oorlogsveteraan verwart met bombardementen. Er zijn overigens ook aanwijzingen dat antidepressiva de aanmaak van nieuwe hersencellen nodig hebben om effect te hebben.

In het zomernummer van Eos, dat vanaf 19 juni in de winkel ligt, gaan we dieper in op dit onderwerp.