Risicogenen hersentumoren ontdekt

28 maart 2017

Grote studie naar hersenkanker vindt dertien genetische foutjes die het risico op een tumor vergroten.

Met 30.000 deelnemers is dit de grootste studie naar hersenkanker ooit. Wetenschappers van het Institute of Cancer Research in Londen hebben, samen met collega’s uit Europa en de Verenigde Staten, dertien erfelijke aanwijzingen in het DNA gevonden die het risico op een glioom vergroten. In 40 procent van alle gevallen is de hersenkanker een glioom. Hierbij ontstaat de tumor in gliacellen, die normaal gesproken de hersencellen ondersteunen.

Eén van de genetische fouten verdrievoudigt het risico op een hersentumor. Nu is het nog niet mogelijk om voor aanvang van de kanker te zien wie een groot risico loopt op het krijgen van een hersentumor. Mogelijk kan dat binnenkort wel. Bovendien kunnen wetenschappers zich nu richten op een medicijn dat aangrijpt op de gevolgen van zo’n genetische fout. Op het moment zijn de behandelingen voor glioom niet effectief.

Grootschalig onderzoek

De onderzoekers voerden zelf twee nieuwe studies uit en combineerden die resultaten met zes eerdere studies, een zogenoemde meta–analyse. In totaal namen ongeveer 12.000 vrijwilligers met een glioom en 18.000 gezonde proefpersonen deel.

De genetische fouten hebben onder andere te maken met de deling van zenuwcellen, het herstel van beschadigd DNA, de productie van eiwitten en met ontstekingen. Afwijkende activiteit van het gen HEATR3 is een van de risicofactoren voor het krijgen van een glioblastoma, een subtype van een glioom. Bij deze agressieve kanker heb je na de diagnose nog maar een jaar te leven. HEATR3 vormt minder risico voor het subtype non-glioblastoma. Omdat de twee subtypes andere oorzaken hebben, is het misschien nodig ze ook anders te behandelen. Nu gebeurt dat niet. De behandeling van gliomen bestaat vaak uit een combinatie van chirurgie en chemotherapie. Probleem bij een hersentumor is dat de chirurg vaak niet de hele tumor weg kan halen, omdat dan essentiële hersengebieden beschadigd raken of mee verdwijnen.

In eerdere studies waren al dertien andere genetische risicofactoren gevonden (waaronder p53, EGFR, TERT en RTEL1). Deze studie telt daar nog eens dertien nieuwe genetische aanwijzingen bij op.

Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Nature Genetics.