Terug naar school, van thuis uit

Enkele tips voor leerlingen, ouders en leerkrachten om afstandsonderwijs in goede banen te leiden. 

Dinsdag startte het nieuwe schooljaar. Al in juni werd duidelijk dat dit niet zoals gewoonlijk zou verlopen. Verschillende kleurcodes zullen dit schooljaar bepalen welke maatregelen moeten worden toegepast. Voor de kleuter- en lagere scholen is er alvast één zekerheid: de leerlingen komen hoe dan ook naar school. In het secundair onderwijs kunnen leerlingen van de tweede en derde graad wel (opnieuw) via afstandsonderwijs thuis aan de slag gaan. Sommige scholen zetten ook expliciet in op de mogelijkheden van afstandsonderwijs.

Het schooljaar startte in ‘code geel’, wat betekent dat de kleuter- en lagere scholen ‘gewoon’ draaien, weliswaar met aandacht voor handhygiëne en sociale afstand. Ook bij een ‘code oranje’ of ‘rood’ kunnen deze leerlingen naar school.
Leerlingen in het secundair onderwijs volgen deze week elke dag les op school, maar dit kan volgende week al veranderen. Afhankelijk van de situatie in de gemeente, kan worden overgeschakeld naar ‘code oranje’ of ‘rood’. Bij een ‘code oranje’ of ‘rood’ mogen de leerlingen in de tweede en derde graad slechts om de week naar school en wordt overgeschakeld naar afstandsonderwijs.

Succesvol afstandsonderwijs
Zoals vorig schooljaar al duidelijk werd, is de omschakeling naar afstandsonderwijs zowel voor leerkrachten als leerlingen niet evident. Verschillende factoren dragen bij tot het wel of niet slagen van afstandsonderwijs (bv. zelf-regulatievaardigheden, motivatie, de beschikbaarheid van een computer en ander materiaal, steun van ouders…). Voor veel leerlingen zal het niet evident zijn om van thuis uit te werken, zeker niet na een lange vakantieperiode. We geven jullie graag wat ‘tips and tricks’ mee.

Voor leerlingen
Maak een planning.
Stel een planning op van de taken of leerstof die je thuis moet maken of verwerken. Probeer dit meteen zo concreet mogelijk te doen. Plan niet gewoon een vak in, maar bepaal op voorhand wat je precies zal doen: een online les kijken, een deel uit je handboek lezen, een taak maken… Sommige scholen zullen zelf een planning opstellen. Je kan deze planning volgen, of die aanpassen aan jouw voorkeuren. Misschien kan je je wel beter concentreren in de voormiddag? Plan dan de taken die voor jou het lastigst zijn. In de namiddag plan je de taken die voor jou minder uitdagend zijn of die je graag doet. Vraag indien nodig je leerkracht, ouders, broers/zussen, vrienden… om hulp bij het opstellen van je planning.

Werk geconcentreerd.
Het is beter om in korte blokken geconcentreerd te werken, dan uren gedachteloos aan je bureau te zitten. Na ongeveer 45 minuten zal je concentratie geleidelijk aan afnemen. Maak een wandelingetje, eet een gezond tussendoortje… en na een korte pauze ben je klaar om verder te werken.
Wanneer je thuis moet werken, kun je tijdens het studeren sneller afgeleid zijn. Je werkt namelijk in de omgeving waar je normaal mag ontspannen. Probeer een aparte plaats in te richten om te werken. Niet iedereen kan in een aparte kamer studeren, maar ook met beperkte ruimte kun je je werkplek afzonderen. Wanneer je bijvoorbeeld studeert aan de eettafel, verander dan van plek voor je begint aan je schoolwerk. Zo hou je eten en studeren nog een beetje gescheiden. Ook studeren in je bed is geen goed idee. Die plek is gemaakt om te ontspannen en te slapen, niet om geconcentreerd te werken.
Wanneer je snel bent afgeleid door je gsm of computer, leg die dan buiten je bereik. Dit is natuurlijk niet mogelijk als je je computer nodig hebt voor je schoolwerk. Probeer eens een (tijdelijke) websiteblocker (bijvoorbeeld ‘Cold Turkey’ of ‘KeepMeOut’). Zo kun je tijdelijk de sites blokkeren die je niet nodig hebt.

Stel vragen.
Wees niet bang om vragen te stellen aan je leerkracht, medeleerlingen, ouders. Wanneer je een vraag of probleem hebt, kan dit vaak sneller opgelost worden met twee dan alleen. Het is dan weer niet de bedoeling dat je je leerkracht bestookt met mailtjes. Denk op voorhand na over waar je het antwoord op je vraag kan vinden. Misschien staat de informatie die je nodig hebt op het leerplatform of kun je het eerst aan medeleerlingen vragen. De leerkracht zal je ook niet kunnen helpen met technische problemen. Hiervoor zul je hulp moeten vragen aan de ICT-dienst van je school (als je een probleem hebt met het leerplatform), of aan je ouders (als je een probleem hebt met je eigen computer of internetverbinding).

Foto door Julia M Cameron op Pexels.com

Voor ouders
Bied structuur aan.
De schoolcontext is een zeer gestructureerde omgeving. Zowat de hele dag wordt voor de leerling vastgelegd, zelf hoeft hij amper nog keuzes te maken. Als ouder kun je je kind ondersteunen door thuis ook die structuur en dagindeling te volgen. Sommige scholen zullen zelf weekplanningen aanbieden om de leerlingen te ondersteunen, maar dit is niet voor elke school mogelijk. Ook zal het ene kind meer nood hebben aan ondersteuning dan het andere.

Wees betrokken (in de mate van het mogelijke).
In combinatie met je eigen job, huishouden, andere kinderen met schoolwerk… kan het een uitdaging zijn om ook de ‘afstandsleerling’ op te volgen. Betrokken zijn betekent niet dat je de volledige agenda van je kind vanbuiten kent en elke taak naleest. Gewoon eens vragen hoe het vandaag ging, kan al veel betekenen. Zo weet je kind dat het bij jou terecht kan wanneer dat nodig is, en kunnen jullie wanneer nodig samen een oplossing zoeken.

Hou de school op de hoogte.
Vaak zullen leerkrachten zelf vragen hoe het onderwijs thuis verloopt. Je hoeft echter niet te wachten tot je mening gevraagd wordt, om feedback te geven naar school of leerkracht toe. Wanneer je merkt dat het je kind niet lukt om thuis te leren, laat je dit beter zo snel mogelijk weten. Ook wanneer de hoeveelheid taken en leerstof te veel lijkt te worden, kan je de school contacteren. Voor de meeste leerkrachten is het afstandsonderwijs nieuw, ze proberen nieuwe dingen uit en krijgen graag feedback. Laat de leerkracht en school zeker ook weten wat er goed loopt! Kreeg je van de leerkracht een duidelijk overzicht van de taken? Laat hem dan weten dat dit jullie geholpen heeft.  

Voor leerkrachten
Alvast één korte tip: Deel je planning met je leerlingen.
De meeste leerkrachten plannen hun lessen vooruit, maar delen die planning niet met hun leerlingen. Het kan leerlingen helpen om het overzicht te bewaren, wanneer ze weten wat ze verder kunnen verwachten. Leerlingen die in tijdsnood raken, kunnen zo ook eerst focussen op de leerstof waarop meteen wordt voortgebouwd.

Wellicht de belangrijkste factor voor het succes van afstandsonderwijs is interactie. Zowel de prestaties van leerlingen, als hun welbevinden en gevoel van tevredenheid over een online cursus, hangen sterk af van de mogelijkheden om met medeleerlingen en de leerkracht in interactie te treden. Onder ‘code geel’ gaan alle leerlingen nog steeds voltijds naar school. De interactie met de leerkracht en medeleerlingen kan op die dagen gegarandeerd worden. Wanneer bij ‘code oranje’ of ‘rood’ leerlingen uit de tweede en derde graad secundair onderwijs voor langere tijd thuis werken, is het belangrijk om voldoende mogelijkheden voor interactie aan te bieden. Roblyer & Wiencke (2003) identificeerden 5 vlakken waar, binnen afstandsonderwijs, op interactie kan ingezet worden. In een volgend blogbericht gaan we hier dieper op in.

 

Deze blogpost werd geschreven door Liedewij Borremans, doctoraatsonderzoeker psychologie aan de KU Leuven. Deze blog verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com

 

Meer lezen:
Meer over onderwijs in coronatijd, inclusief tips voor ouders: https://www.klascement.net/thema/onderwijs-tijdens-corona/
 
Hartley, S., Gill, D., Walters, K., Bryant, P., & Carter, F. (2001). Twelve tips for potential distance learners, Medical Teacher, 23(1), 12-15.

Menchaca, M.P., & Bekele, T.A. (2008). Learner and instructor identified success factors in distance education. Distance education, 29(3), 231-352.

Rice, K.L. (2006). A comprehensive look at distance education in the K-12 context. Journal of Research on Technology in Education, 38(4), 425-448.