Wat doe je als je kleuter heeft gemorst? Laat me raden. Je neemt een schotelvod en kuist het op. Maar wat gebeurt er als je dat niet doet en gewoon zegt: ‘Oei, wat nu?’
‘Mamaaa! Mijn pop is stuk!’
‘Papaaa! Mijn autootje ligt onder de kast!’
‘Juuuf! De plakband is op?’
‘Meesteeer! Kan jij mijn tekening ophangen!’
Herkenbaar? Bijna instinctief spring je recht en schiet je te hulp. Vijf jaar geleden deed ik dat ook. Maar nu niet meer. Sinds ik onderzoek hoe kleuters problemen oplossen, blijf ik lekker zitten. Problemen bieden kansen en die wil ik hen niet ontnemen. Met wat oefening, geduld, en deze tien tips leer je kinderen zelf hun problemen op te lossen.
1. Los niet alle problemen zelf op
Je hoeft niet alle problemen voor je kinderen op te lossen om een goede ouder of leerkracht te zijn. In tegendeel. Elk probleem biedt leerkansen. Problemen oplossen leer je niet door erover te leren, maar door het te doen. Dit betekent niet dat je kinderen niet mag helpen. Sommige problemen zijn gewoon te moeilijk. Maar met een beetje hulp, kunnen ze heel wat problemen zelf de baas.
2. ‘Wat zou jij kunnen doen?’
Als kinderen een probleem vaststellen en dit kenbaar maken – al dan niet met luide stem – vraag dan wat er is gebeurd en laat hen het probleem beschrijven. Vervolgens kan je vragen: ‘Wat zou jij kunnen doen?’ Het zijn magische woorden die de radertjes in kleine hoofdjes een versnelling hoger doen draaien. Veel kans dat ze meteen één of enkele ideeën bedenken en wegstuiven om ze uit te proberen.
3. Stimuleer om nieuwe dingen te proberen
Het eerste idee is niet altijd het beste. Soms is het nodig om andere oplossingen of strategieën te bedenken. Maar een idee loslaten en iets anders proberen is niet altijd eenvoudig. Als kinderen steeds hetzelfde blijven proberen zonder succes of hun pogingen staken wanneer ze merken dat hun idee niet werkt, vraag dan: ‘Wat zou je nog kunnen doen?’ Opnieuw gaan dan de radertjes aan het draaien. De vraag stellen kan hen helpen om iets nieuws te bedenken. En omdat kinderen nog geen vaste schema’s of scripts hebben om veel voorkomende problemen op te lossen, komen ze soms erg creatief uit de hoek. Waardeer alternatieve en onconventionele oplossingen, ook al stroken ze niet geheel met jouw verwachtingen.
4. Moedig aan om door te gaan
Om problemen op te lossen, moet je doorzetten. Het lukt niet altijd van de eerste keer en dat kam best frustrerend zijn. Door hun beperkte ervaring hebben kinderen nog moeite om het resultaat van hun handelingen te voorspellen. Het is een proces van gissen en missen, van proberen en bijsturen. Wanneer, na enkele mislukte pogingen, de zin om voort te gaan lijkt te verminderen, vraag dan: ‘Wat ben je aan het doen?’ of ‘Wat lukt er niet?’ Zo toon je betrokkenheid zonder echt te sturen. Weten dat jij er voor hen bent, geeft kinderen soms frisse moed om door te gaan.
5. Time en doseer je hulp
Kinderen leren het meest van problemen die nét te moeilijk zijn om helemaal alleen op te lossen. Ze hebben dus soms jouw hulp nodig. Het komt erop aan om je hulp goed te timen. Help je te vlug, dan neem je het probleem uit hun handen. Help je te laat, dan ontstaat frustratie of een gevoel het niet te kunnen. Als je merkt dat kinderen tegen een hindernis aanbotsten waar ze niet op eigen kracht overheen geraken, geef hen dan een zetje dat net ‘hoog’ genoeg is zodat ze weer zelfstandig verder kunnen. Bouw je hulp stapsgewijs op van vrijblijvende, vage suggesties naar meer sturende, concrete tips tot het lukt. Bied je hulp best aan in vraagvorm. Zo vermijd je dat kinderen het probleem in jouw handen leggen. Een voorbeeld maakt dit duidelijk. Nadat een kind zelf heeft geprobeerd om een autootje onder de kast vandaan te halen met de hand, een blok, een potlood en een knuffelbeer, vraag je of het met iets langer zou lukken (vage suggestie). Als het nog steeds niet lukt, vraag je of de stok van een bezem zou kunnen helpen (concrete tip).
6. Neem onoverbrugbare hindernissen weg
Sommige problemen vereisen vaardigheden die kinderen nog niet helemaal beheersen. In dat geval kan het nodig zijn om een obstakel weg te nemen. Dit kan je bijvoorbeeld doen door een handeling te demonstreren en te vragen om dit na te doen. Als dat niet lukt, kan je een stukje van het probleem overnemen zodat de kinderen weer zelf verder kunnen. In ons voorbeeld met het autootje kan je voordoen hoe je met een borstel onder de kast geraakt. Maar autootjes die onder een diepe kast tegen de muur liggen zijn ook dan moeilijk te bereiken. Door het autootje zelf een beetje van de muur weg te halen, bied je de nodige hulp zonder alles uit handen te nemen.
7. Problemen oplossen kost tijd
Problemen los je niet op in één, twee, drie. Kinderen moeten het probleem onderzoeken, begrijpen, mogelijkheden bedenken en afwegen, dingen uitproberen, vaststellen of iets werkt of niet en bijsturen waar nodig. Veel problemen zijn niet dringend. Geef kinderen de tijd om dingen uit te proberen en neem zelf de tijd om te zien hoe ze dat doen.
8. Laat kinderen samenwerken
Kinderen leren niet alleen van jou, maar ook van elkaar. Het is verbazend om te zien hoe kinderen samen tot oplossingen komen. Door kinderen te laten samenwerken, stimuleer je hen hun ideeën naar elkaar toe te verwoorden. Kinderen die wat meer moeite hebben met het oplossen van een probleem kunnen inspiratie putten uit de oplossing van anderen om vervolgens zelf aan de slag te gaan.
9. Blik terug en vooruit
Om echt van problemen te leren, is het belangrijk om met de kinderen terug te blikken op het proces en het resultaat. Je begint best met eenvoudige, gesloten vragen zoals ‘Is het gelukt?’ of ‘Was het moeilijk’. Vervolgens bouw je op naar eenvoudige open vragen zoals: ‘Wat was er moeilijk?’. Als dat lukt, kan je nog een stapje verder gaan met complexe waarom en hoe-vragen zoals ‘Waarom was dat moeilijk?’ en ‘Hoe heb je dat opgelost?’.
10. Zorg zelf voor problemen
Jonge kinderen houden van problemen oplossen. Maak hiervan gebruik en bedenk zelf leuke problemen. Daag hen uit om bruggen te bouwen van blokken en torens van schoenen. Laat hen deksels maken voor potten met knikkers. Laat hen piepschuim balletjes uit flessen halen en knikkers uit ijsblokjes. Of laat hen jouw dagelijkse huis-, tuin- en keukenproblemen oplossen.
‘Papaaa! De afstandsbediening werkt niet!’
‘Mamaaa! Ik krijg mijn pindanootje niet open!’
‘Juuuf! Juul heeft mijn bal afgepakt!’
‘Meesteeer! Er zit een steentje in mijn schoen!’
Vijf jaar onderzoek heeft me geleerd dat problemen kansen zijn. In plaats van recht te springen, kijk ik op en vraag: ‘Wat is er gebeurd?’; ‘Wat zou jij kunnen doen?’ ...
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Thinking skills and creativity en vrij toegankelijk:
Van Elsen, J., Buckers, L., Van Tricht, C., Torbeyns, J., & De Maeyer, S. (2025). PROSPER: A comprehensive, valid, and reliable instrument to observe problem-solving behaviours in preschoolers. Thinking Skills and Creativity, 58, 101940. https://doi.org/10.1016/j.tsc.2025.101940
Wil je meer weten over hoe je kinderen kan leren problemen oplossen? Surf dan naar www.kleuterkronkels.be.