Astronomen detecteren signalen uit de prille oertijd van het heelal

01 maart 2018 door EE

Met behulp van een kleine radio-antenne in West-Australië hebben wetenschappers van Arizona State University en het Massachusetts Institute of Technology een signaal opgevangen dat is veroorzaakt door de eerste sterren in het heelal.

Het gaat om een uiterst zwak signaal op een golflengte die ook nog eens ernstig wordt gehinderd door (veel sterkere) aardse stoorzenders. Toch lijken de betrokken astronomen zeker te zijn van hun resultaat (Nature, 1 maart).

Het signaal is het gevolg van de interactie van de intense uv-straling van de oersterren met vrij rondzwervende waterstofatomen, die in reactie daarop fotonen van de kosmische achtergrondstraling op een golflengte van 21 centimeter gingen absorberen. Dat verschijnsel was al theoretisch voorspeld, maar het gemeten signaal is wel tweemaal zo sterk als de voorspellingen aangaven.

Volgens de onderzoekers wijst dat erop dat de ‘mist’ van neutraal waterstofgas waarmee het heelal destijds gevuld was kouder was dan verwacht of dat de temperatuur van de kosmische achtergrondstraling hoger was dan verwacht. Een lagere temperatuur van het interstellaire gas zou het gevolg kunnen zijn van interacties met donkeremateriedeeltjes, mits deze niet veel zwaarder waren dan protonen en niet al te hoge snelheden hadden.

Het gedetecteerde signaal geeft aan dat de eerste sterren in het heelal ongeveer 180 miljoen jaar na de oerknal begonnen te stralen.