Astronomen voorspellen supernova-explosie in 2037

14 september 2021 door Govert Schilling

In 2037 zal er een supernova opvlammen aan de sterrenhemel. Helaas wel zo ver weg dat zij alleen met grote telescopen zichtbaar zal zijn.

Drie beeldjes van Supernova Requiem waren zichtbaar in 2016 (links), maar niet in 2019 (rechts). (NASA/ESA)

Sterrenkundigen kunnen de sterexplosie voorspellen omdat het licht van de supernova langs andere wegen al eerder op aarde is aangekomen, dankzij het zogeheten zwaartekrachtlenseffect.

Supernova Requiem, zoals hij is genoemd, explodeerde ca. 10 miljard jaar geleden in een extreem ver verwijderd sterrenstelsel. Het licht van de supernova werd tijdens zijn lange reis naar de aarde afgebogen en versterkt door de zwaartekracht van een zware cluster van sterrenstelsels (MACS J0138.0-2155) die zich tussen het verre stelsel en de aarde in bevindt. Daarbij werd het beeld van het achtergrondstelsel in vieren gesplitst en sterk vervormd.

Lichtbogen

In drie van die vier beeldjes (ook wel 'lichtbogen' genoemd) was in 2016 een sterretje zichtbaar, zo ontdekte Gabe Brammer van de Universiteit van Kopenhagen in Denemarken op archieffoto's van de Hubble Space Telescope. Brammer realiseerde zich dat het moest gaan om drie afzonderlijke beeldjes van een supernova-explosie. Omdat het licht van die drie beeldjes langs verschillende routes op aarde is aangekomen, met net iets verschillende reistijden, zullen de drie supernova-beeldjes indertijd niet tegelijkertijd zijn verschenen, maar de oude Hubble-opnamen boden geen informatie over die tijdverschillen.

Op basis van een model van de massaverdeling in de voorgrondcluster hebben sterrenkundigen nu echter berekend dat de supernova in 2037 opnieuw zal moeten oplichten, in een vierde beeldje van het verre sterrenstelsel. Uit waarnemingen die tegen die tijd ongetwijfeld verricht gaan worden, kunnen astronomen niet alleen informatie afleiden over de verdeling van zichtbare en donkere materie in de cluster, maar ook over de afstanden van zowel de cluster als het achtergrondstelsel. De analyse en de 'voorspelling' zijn op 13 maart gepubliceerd in Nature Astronomy.