Bergtop opgeblazen voor de wetenschap

19 juni 2014 door Eos-redactie

De top van een berg in Chili werd weggeblazen, zodat daar de grootste telescoop ter wereld kan worden gebouwd.

Een enorme knal betekende donderdagavond het begin van een groot nieuw wetenschapsproject. De top van een berg in Chili werd weggeblazen, zodat daar de grootste telescoop ter wereld kan worden gebouwd. Het complex, de Europese Extreem Grote Telescoop (E-ELT), moet rond 2020 klaar zijn en kost ongeveer 1 miljard euro.

Met een druk op de knop is 5000 kubieke meter gesteente losgemaakt. En dat is nog maar het begin van de werkzaamheden die ruimte moeten maken voor de 39-meter telescoop en zijn enorme koepel. Voor het 150 bij 300 meter grote platform van de E-ELT zal in totaal 220.000 kubieke meter moeten worden verwijderd. Naar verwachting zal de E-ELT in 2024 zijn eerste licht opvangen. De reuzentelescoop zal dan ‘het grootste oog op de hemel’ te wereld zijn.

Door de knal werd de berg, de 3.064 meter hoge Cerro Armazones, ongeveer 40 meter kleiner. Een miljoen ton gesteente ging aan gruzelementen. De E-ELT is een project van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), een wetenschappelijk samenwerkingsverband van vijftien landen, waaronder Nederland en België. Het complex wordt in de Chileense woestijn gebouwd, omdat de lucht daar gortdroog is en het vrijwel elke nacht onbewolkt is. Wetenschappers kunnen dus ongehinderd naar de sterrenhemel kijken.

Een van de betrokken wetenschappers is hoogleraar Ignas Snellen uit Leiden. Hij kijkt uit naar het project. 'De E-ELT wordt veel groter en sterker dan wat we nu hebben. De waarnemingen zijn misschien wel honderd of duizend keer beter dan nu', zegt hij.

De telescoop kan onder meer helpen bij de zoektocht naar andere planeten waar misschien leven mogelijk is. Dat is de heilige graal in de sterrenkunde, maar het is ook zoeken naar een speld in een hooiberg. Alleen al in ons Melkwegstelsel staan waarschijnlijk 500 miljoen planeten op de goede afstand van hun ster, niet te dichtbij en niet te ver weg. Er zijn miljarden stelsels zoals de Melkweg.

Dat zoeken naar sporen van buitenaards leven is waar Snellen aan meewerkt. 'Als er leven is op een andere planeet, dan is dat heel ver weg. We kunnen het leven zelf niet zien. Maar we kunnen wel van een afstand bepalen wat voor gassen er in de atmosfeer zitten. Als je van een grote afstand naar de aarde kijkt, zie je hier zuurstof, omdat er leven is. Met de E-ELT kun je naar zuurstof op andere planeten zoeken.'

Dat kan nu nog niet. De huidige telescopen kunnen alleen de grote planeten bekijken. Die zijn ongeveer zo groot als Jupiter en bestaan uit gas. Ze zijn te groot voor een rotsachtig oppervlak zoals de aarde en zijn dus te groot voor leven. Snellen: 'We hebben op zulke planeten al koolmonoxide, methaangas en waterdamp gemeten. Maar objecten als de aarde zijn veel kleiner en dus veel moeilijker te zien.'

Stiekem hoopt Snellen bewijs van buitenaards leven te vinden. 'De mooiste uitkomst zou zijn dat we een planeet als de aarde vinden, de gassen in de atmosfeer meten en de eerste aanwijzing van leven zien. Dat wordt een heel gedoe, daar zijn we nog tientallen jaren zoet mee. Maar als we buitenaards leven vinden, zal dat een enorme invloed hebben op hoe we als mensheid denken over onszelf.' (anp, ee)