Maan heeft 'nat' inwendige

25 juli 2017 door Govert Schilling

Dat blijkt uit een analyse van meetgegevens van de Indiase maansonde Chandrayaan-1, uitgevoerd door geologen van Brown University en vandaag gepubliceerd in Nature Geoscience.

Eerder waren al verrassend veel watermoleculen aangetroffen in kleine vulkanische glasbolletjes, die van de maan waren meegenomen door de astronauten van de Amerikaanse Apollo 15- en Apollo 17-missies. Geologen konden echter niet uitsluiten dat het hier om een uitzonderlijke 'toevalstreffer' zou gaan.

De Chandrayaan-metingen laten nu echter zien dat vrijwel alle afzettingen van explosief vulkansime op de maan relatief rijk zijn aan water (ca. 0,05 gewichtsprocent). Dat wijst erop dat de mantel van de maan veel 'natter' is dan altijd is aangenomen.

Onduidelijk is of het water altijd in het gesteente aanwezig is geweest (en dus het ontstaan van de maan - in de nasleep van een botsing van de aarde met een kleinere protoplaneet - op de een of andere manier heeft overleefd), of dat het water kort na de vorming van de maan is aangeleverd door inslagen van planetoïden en kometen.