Zijn ruimtevaartuigen te steriel? Meer microben kunnen astronauten gezonder maken

Het Internationale Ruimtestation (ISS) is extreem hygiënisch. Dat kan een probleem zijn voor astronauten. ‘Het is algemeen bekend dat het goed is om te tuinieren en huisdieren te hebben. Maar daar is in het ISS nooit echt over nagedacht.’

Astronauten leven in een steriele bubbel. Dat klinkt logisch en veilig, maar nieuw onderzoek suggereert dat die extreme hygiëne wel eens negatieve gevolgen kan hebben. Een internationale groep wetenschappers onderzocht welke microben in het ISS leven. Uit hun studie, gepubliceerd in Cell, blijkt dat de microbiële diversiteit er opvallend laag is. De micro-organismen die er voorkomen, zijn hoofdzakelijk afkomstig van astronauten zelf.

Evolutiebioloog Thomas Blankers van de Universiteit van Amsterdam legt uit: ‘Onschuldige bacteriën en virussen die iedereen bij zich draagt, krijgen in omgevingen met een lage microbiële diversiteit de kans om in aantal toe te nemen of bepaalde giftige stoffen uit te scheiden. Dat kan leiden tot huidirritaties, schimmelinfecties of allergische reacties.’  Hij zegt dat de microben in het ISS, net als in andere door mensen gecreëerde omgevingen, worden blootgesteld aan extreme omstandigheden. Dit kan ertoe leiden dat ze zich aanpassen op manieren die risico’s met zich meebrengen, vergelijkbaar met de manier waarop antibioticaresistente bacteriën in ziekenhuizen geëvolueerd zijn.

Materialen om monsters af te nemen in het ISS. Credit: NASA.

Monsters verzamelen

Een team astronauten verzamelden 803 stalen van oppervlakken in het ISS. Vervolgens werden ze naar de aarde gestuurd, waar ze grondig geanalyseerd werden. De onderzoekers maakten driedimensionale kaarten die laten zien waar in het ruimtestation de verschillende soorten bacteriën en chemicaliën zich precies bevonden, en in welke mate.

‘Alles moet zo schoon mogelijk zijn, want er zijn veel kwaaltjes die je echt niet wil krijgen als je in de ruimte bent’

Zo konden ze zien hoe in elke kamer of 'module' van het ruimtestation verschillende microbiële gemeenschappen voorkomen, afhankelijk van het gebruik van de kamer. Zo leven er in voedselbereidingsruimtes meer voedselgerelateerde bacteriën, terwijl zich in de toiletruimtes meer urine- en fecale microben huisvesten. Maar, het zijn allemaal ‘menselijke’ microben: ze zijn meegenomen door mensen en komen van de menselijke huid, adem en andere lichaamsafscheidingen. Op aarde komen microben echter ook uit de omgeving, zoals van planten, dieren en bodemorganismen.

Om de overmaat aan menselijke microben en de bijbehorende gezondheidsrisico's zoals een verzwakt immuunsysteem en ontstekingen uit te balanceren, wordt er op het ISS veel ontsmettingsmiddel gebruikt. Dat werd ook veelvuldig in de stalen aangetroffen. Astrobiologe Inge Loes ten Kate van de Universiteit Utrecht zegt waarom: ‘Alles moet zo schoon mogelijk zijn, want er zijn veel kwaaltjes die je echt niet wil krijgen als je in de ruimte bent.’

Een beetje ‘vuil’ kan geen kwaad

In plaats van alleen ontsmettingsmiddel te gebruiken, stellen de onderzoekers een andere oplossing voor: het ISS verrijken met aardse, natuurlijke microben. Net zoals tuinieren op aarde het immuunsysteem kan versterken, zou een gecontroleerde introductie van microbiële gemeenschappen in ruimtevaarttuigen kunnen helpen astronauten gezond te houden. Ten Kate legt uit: ‘Het is algemeen bekend dat het goed is om te tuinieren en huisdieren te hebben. Maar, daar is in het ISS nooit echt over nagedacht.’ Om te bepalen welke microben daarvoor geschikt zijn om mee te nemen naar de ruimte en hoe dit veilig kan verlopen, is verder onderzoek nodig.

Foto: NASA