Dit zijn de technologieën voor morgen

Welke technologieën hebben het meeste potentieel om de status quo te doorbreken?

Ik ben niet zo’n grote literatuurkenner, maar ik weet wel dat Karel Čapek een fantastische schrijver was. Meer dan tachtig jaar na zijn dood is zijn werk nog uitermate fris en origineel. Vaak zit er een portie wetenschap en technologie verweven in de verhalen van de Tsjech. In het dystopische Oorlog met de Salamanders (1936) evolueren reuzensalamanders zeer snel tot de intelligentste dieren op aarde. En het geestige Krakatiet (1926) vertelt het verhaal van de ingenieur Prokop, die een allesvernietigend explosief heeft uitgevonden. Čapek bedacht voor een van zijn toneelstukken het woord ‘robot’, afgeleid van het Tsjechische woord voor ‘slaaf’.

In de nieuwe Eos vind je een dossier over de technologie van de toekomst. Het eerste idee van de redactie was om bij de aanvang van de jaren 2020 de verwachte doorbraken voor het nieuwe decennium te presenteren. Maar de toekomst laat zich niet makkelijk voorspellen, zeker niet als het de ontwikkeling van technologie betreft. Wie kon bij het begin van dit aflopende decennium voorspellen dat een techniek als CRISPR-Cas de genetica op zijn kop zou zetten? Het leek ons beter naar opkomende technologie te speuren, of naar nieuwe toepassingen van bestaande technologie. De kans dat ze doorbreken is reëel.

Robots zijn al lang geen slaven meer

De zorgsector kampt met specifieke problemen, zoals het tekort aan geschikt personeel of de onregelmatige uren. Robots en artificiële intelligentie (AI) kunnen samenwerken met mensen om de zorg te optimaliseren. Augmented reality (AR) verandert langzaamaan de kunst van het opereren. De Gentse orthopedisch chirurg Tom Lootens gebruikt hologrammen om scheefgegroeide tenen (hallux valgus) te behandelen. Hij kan dankzij AR de beschadiging aan het kraakbeen meten, wat belangrijk is om in te schatten hoeveel hij ervan kan verwijderen. In de revalidatie helpt virtual reality (VR) om patiënten met evenwichtsproblemen opnieuw te leren stappen zonder de angst om te vallen. En artsen gebruiken AI bij het interpreteren van medische scans.

Dankzij zelflerend gedrag of deep learning trekken robots in steeds meer domeinen hun streng zonder menselijke inbreng. En dan volgt de onvermijdelijke vraag naar de grenzen van autonome systemen. Bij de introductie van nieuwe technologieën speelt er altijd een onzekerheidsfactor, schrijft Katleen Gabriëls in haar nieuwe boek Regels voor robots. Zolang ze nog niet breed in gebruik zijn, weten we niet wat de mogelijke gevolgen zijn. Bovendien moeten we de technologische imperatief in vraag durven stellen. Niet elk probleem hoeft per se met technologie te worden opgelost. Gabriëls pleit voor een techniekethiek, een set ethische regels die robots en AI-systemen moeten volgen. Evengoed wil ze regels voor de ontwerpers en de makers van de machines. Want slaven zijn robots al lang niet meer.