Hoe duurzaam is het olympisch stadion?

24 juli 2012 door TZ

De organisatoren van de Olympische Spelen in Londen proberen het tijdelijke karakter van de sportextravaganza te verzoenen met de principes van duurzaam bouwen.

De organisatoren van de Olympische Spelen in Londen proberen het tijdelijke karakter van de sportextravaganza te verzoenen met de principes van duurzaam bouwen. Het is echter nog de vraag of het olympisch stadion een duurzaam project is of een dure miskleun.

Net als de organisatoren van de spelen in Peking en Vancouver nemen ook die van Londen 2012 veelvuldig het woord duurzaam in de mond. Londen kreeg de spelen onder meer toegewezen dankzij de belofte dat het de duurzaamste spelen aller tijden zullen zijn. Het streeft dan ook naar een lage CO2-uitstoot, naar het gebruik van zoveel mogelijk duurzame energie en de productie van zo weinig mogelijk afval. Verder wil Londen 2012 de biodiversiteit van het gebied stimuleren en een gezonde levenswijze propageren. Dat betekent ook dat het olympische park een blijvende economische stimulans moet zijn voor het verpauperde Oost-Londen.

De noodzaak van duurzame Spelen heeft ook geleid tot het bouwen van een elektrische centrale die geheel gestookt wordt met biomassa. Deze centrale zal het olympische park voorzien van 75 procent van alle energie die nodig is voor het stroomverbruik, de verwarming en de koeling. Verder is het grootste deel van de bouwmaterialen per trein – en dus niet met vervuilende vrachtauto’s – naar het olympische complex getransporteerd. Het olympische park moet na de spelen een gemeenschap zijn waarbinnen alle voorzieningen te voet bereikbaar zijn.

Ultralicht
Bij ‘de duurzaamste Spelen ooit’ horen natuurlijk ook duurzame bouwmethodes en –materialen. Omdat men meent dat Oost-Londen geen behoefte heeft aan een nieuw, permanent sportstadion met een atletiekbaan en ruimte voor 80.000 toeschouwers, is besloten dat het olympisch stadion na de Spelen en de paralympics gedeeltelijk afgebroken wordt. Door een lichte en demontabele constructie te gebruiken kan het stadion in 2013 worden omgebouwd tot een permanent stadion voor 25.000 toeschouwers. Tenminste: dat is de bedoeling.

Het olympisch stadion, dat 600 miljoen euro heeft gekost, bestaat uit een onderste ovaal van beton en staal met ruimte voor 25.000 toeschouwers. Daar bovenop staat een tweede ring die plaats biedt aan 55.000 toeschouwers. Deze bovenste ovaal is een zeer lichte en demontabele staalconstructie. De stalen onderdelen zijn niet gelast, maar met schroeven en bouten aan elkaar bevestigd. In het hele stadion zit niet meer dan 10.000 ton staal. Ter vergelijking: in het olympische stadion van Peking zit 40.000 ton staal. Dit is een belangrijk duurzaam aspect omdat de productie van staal gepaard gaat met hoge CO2-emissies. Daartegenover staat dat het stadion in Londen architectonisch weinig indruk maakt naast het imposante vogelnestje van Peking.

Ook het dak van het stadion is een erg lichte constructie. Twee derde van de zitplaatsen – namelijk die in de bovenste ring – zijn overdekt met een 28 meter breed baldakijn van geweven polyester dat gecoat is met pvc. Dit doek rust op een netwerk van kabels die heen en weer gespannen zijn tussen een stalen ring (de roof truss) langs de periferie van het dak en een ring aan de binnenkant van het baldakijn. Alle stalen buizen in het dak zijn gemaakt van afgedankte gasleidingen. Volgens de organisatoren bestaat het stadion voor 42 procent uit gerecyclede materialen. Een open stadion zou goedkoper en duurzamer zijn geweest, maar dan had de wind vrij spel gekregen om atletiekrecords onmogelijk of ongeldig te maken.

Recycleerbaar
Een van de belangrijkste aspecten van duurzaam bouwen is uiteraard dat een gebouw een functie heeft en zo lang mogelijk gebruikt kan worden. Een voorbeeld van hoe het vooral niet moet, is het olympisch park dat gebouwd werd voor de ‘droom-olympics’ van 2004 in Athene. Dat is nu een met graffiti overdekte spookstad waar duurzaamheid ver te zoeken is. De organisatoren van de Spelen in Londen hebben daarom steeds gehamerd op het concept van legacy (erfenis): de olympische gebouwen moeten na de Spelen een permanente functie krijgen voor de gemeenschap van Oost-Londen. Er is dan ook een apart bedrijf in het leven geroepen dat belast is met de erfenis: de Olympic Park Legacy Company.

Olympische Spelen en duurzaamheid zijn echter niet gemakkelijk op één lijn te krijgen. ‘Het gaat om verschillende eisen wanneer je het hebt over ontwerpen voor de Spelen of het ontwerpen voor de lange duur’, zegt Bill Grose, projectmanager van het Londense ingenieursbureau Arup. Vandaar het gedeeltelijk demontabel stadion. Of dat inderdaad een goede zet is, moet nog blijken.

Bedoeling is dat het olympisch stadion na de zomer een voetbalstadion wordt – al zijn de eisen die gesteld worden aan een stadion met een atletiekbaan moeilijk te verenigen met de eisen voor een modern voetbalstadion, waarin het publiek zo dicht mogelijk bij het veld kan zitten.

Intussen is de toekomst van het stadion een juridisch en politiek steekspel geworden tussen drie Londense voetbalclubs – West Ham United, Tottenham Hotspurs en Leyton Orient – en andere lokale belangengroepen. West Ham United heeft een plan om het stadion tot de onderste ring af te breken om het daarna weer op te bouwen tot een voetbalstadion (met een atletiekbaan) voor 60.000 toeschouwers. Tottenham Hotspurs wil het stadion grotendeels afbreken om plaats te maken voor een nieuw voetbalstadion (zonder atletiekbaan) voor 80.000 toeschouwers. Leyton Orient – een kleinere club – zou tevreden zijn met een stadion voor 25.000 toeschouwers, dus eigenlijk het huidige stadion zonder de bovenbouw.

Medio 2011 leek West Ham als winnaar uit de strijd te komen, maar in oktober van 2011 zag deze club plotseling af van de aankoop. De Londense burgemeester Boris Johnson heeft verklaard dat het stadion dan maar openbaar bezit moet blijven en dan verhuurd kan worden aan de hoogste bieder. Dat betekent dat het nog steeds niet duidelijk is hoe het stadion na de Spelen verbouwd zal worden en dat nog steeds de mogelijkheid bestaat dat het toch een witte olifant zal blijken te zijn.
Een belangrijk struikelblok bij het hergebruik van het stadion is de eis van Sebastian Coe dat de atletiekbaan niet afgebroken wordt. Sebastian Coe, tweevoudig winnaar van olympisch goud op de 1.500 meter, is de voorzitter van het comité dat de Spelen organiseert.

Zolang niet duidelijk is of en hoe het stadion hergebruikt zal worden, komt het niet in aanmerking voor BREEAM certificering. BREEAM (BRE Environmental Assessment Method) is de methode waarmee de Britse Building Research Establishment aangeeft hoe duurzaam een gebouw is. Zonder certificaat hoeft Londen 2012 nog niet te pronken met ‘de duurzaamste Spelen ooit’ …