Begrijp jij goed hoe AI werkt? Onderzoek toont aan dat mensen die artificiële intelligentie minder goed begrijpen, meer open staan om de technologie te gebruiken.
Door de snelle verspreiding van artificiële intelligentie rijst de vraag: wie is het meest geneigd om AI te gebruiken in zijn dagelijkse leven? Velen gaan ervan uit dat de techneuten— degenen die begrijpen hoe AI werkt —er het meest happig op zijn.
Verrassend genoeg toont ons nieuwe onderzoek (gepubliceerd in Journal of Marketing) het tegenovergestelde aan. Mensen met minder kennis over AI staan juist meer open voor de technologie. Dat verschil in gebruiksbereidheid noemen we het verband tussen lagere geletterdheid en hogere ontvankelijkheid.
Dit verband komt voor in verschillende groepen, omgevingen en zelfs landen. Zo blijkt uit onze analyse van gegevens van marktonderzoeksbureau Ipsos, verspreid over 27 landen, dat mensen in landen met een lagere gemiddelde AI-geletterdheid positiever staan tegenover AI-gebruik dan mensen in landen met een hogere geletterdheid.
Uit ons onderzoek onder Amerikaanse studenten blijkt ook dat studenten die minder verstand hebben van AI, eerder geneigd zijn AI te gebruiken voor academische opdrachten.
De achterliggende reden van dat verband is dat AI nu taken uitvoert die we ooit als typisch menselijk beschouwden. Of het nu een kunstwerk maakt, een oprechte reactie schrijft of een muziekinstrument bespeelt – het kan bijna magisch aanvoelen, alsof het onze menselijke wereld binnendringt.
AI heeft natuurlijk geen echte menselijke eigenschappen. Een chatbot mag dan wel een meelevend antwoord geven, maar hij voelt zelf geen empathie. Mensen die een technisch begrip van AI hebben, snappen dat. Ze weten hoe algoritmes (reeksen wiskundige regels die computers gebruiken om specifieke taken uit te voeren), trainingsdata (data die worden gebruikt om de prestaties van een AI-systeem te verbeteren) en computermodellen werken. Dat maakt de technologie minder mysterieus.
Mensen met minder kennis over AI kunnen de technologie als iets magisch en indrukwekkend zien. Wij denken dat juist dit gevoel van magie hen meer openstelt voor het gebruik van AI-tools.
Onze onderzoeken tonen aan dat het verband tussen lagere geletterdheid en hogere ontvankelijkheid het sterkst is bij AI-toepassingen in gebieden die mensen vooral met menselijke eigenschappen associëren, zoals emotionele ondersteuning of psychologische hulpverlening. Bij taken die minder menselijk aanvoelen – zoals het analyseren van testresultaten – draait het patroon juist om. Mensen met een hogere AI-geletterdheid staan hier meer voor open, omdat ze zich richten op de efficiëntie van AI in plaats van op de ‘magie’ ervan.
Geen angst, maar verwondering
De link tussen lagere geletterdheid en hogere ontvankelijkheid blijft bestaan, zelfs al zien mensen met minder AI-kennis de technologie vaak als minder bekwaam, minder ethisch en soms zelfs beangstigend. Hun openheid voor AI lijkt voort te komen uit hun verwondering over wat ze kan, ondanks deze bedenkingen.
Die bevinding biedt nieuwe inzichten in waarom mensen zo verschillend reageren op opkomende technologieën. Sommige studies suggereren dat consumenten voorstander zijn van nieuwe technologie. Dit fenomeen wordt ‘algorithm appreciation’ (appreciatie voor het algoritme) genoemd. Anderen zijn dan weer eerder sceptisch, wat ‘algorithm aversion’ (afkeer van het algoritme) heet. Ons onderzoek wijst erop dat de mate waarin AI als ‘magisch’ wordt ervaren een cruciale rol speelt in die uiteenlopende reacties.
Die inzichten vormen een uitdaging voor beleidsvormers en onderwijzers. Initiatieven om AI-geletterdheid te vergroten kunnen onbedoeld het enthousiasme voor AI verminderen door de magie ervan weg te nemen. Dit maakt het balanceren tussen begrip van AI en openheid voor de toepassing ervan een lastige opgave.
Om het potentieel van AI optimaal te benutten, moeten bedrijven, docenten en beleidsmakers die balans zien te vinden. Door te begrijpen hoe de perceptie van ‘magie’ de openheid voor AI beïnvloedt, kunnen we nieuwe AI-gebaseerde producten en diensten ontwikkelen die rekening houden met hoe mensen AI zien. Zo kunnen we hen helpen de voordelen en risico’s van AI te begrijpen. Idealiter gebeurt dit zonder de verwondering te verliezen die zo velen inspireert om de nieuwe technologie te omarmen.
Dit artikel verscheen eerder in The Conversation. Vertaling: Kato Speybrouck