Komt de melk van de toekomst uit een labo?

Koemelk komt uit een uier, dat is een waarheid als een koe. Of toch niet? In een laboratorium op het terrein van de UGent wordt sinds kort gewerkt aan de ontwikkeling van melkproductie door schimmels en bacteriën.

Zijn bacteriën het voedsel voor de toekomst? Het antwoord op die vraag kon je lezen in een recent artikel over de toekomst van microbiële eiwitten. Die ‘cellulaire landbouw’ komt een stapje dichterbij nu de Vegetarische Slager, tot nog toe bekend van plantaardige vleesvervangers, onder de noemer Those Vegan Cowboys het laboratorium van biotechbedrijf Oxyrane op het terrein van de Universiteit Gent heeft overgenomen. Het doel: koemelk maken uit gras zonder de tussenkomst van een koe. 

De nadelen van veehouderij, waaronder de zuivelindustrie, zijn welbekend: een grote impact op het klimaat, veel watergebruik en problemen met dierenwelzijn. ‘Toch zijn melkeiwitten voedzaam en veelal uniek in functionaliteit. Daarom willen wij een duurzaam en diervriendelijk alternatief ontwikkelen,’ legt project director Will van den Tweel uit.

Een moeilijke opdracht

Koemelk maken zonder tussenkomst van een koe, dat is geen makkelijke klus. Daarom geven de ontwikkelaars zichzelf ruim de tijd: over zeven jaar zouden de producten op aanzienlijke schaal gelanceerd moeten worden. De focus ligt daarbij op het nabootsen van dierlijke melk, om zodoende bijvoorbeeld een duurzame en goedsmakende kaas te maken. ‘De huidige veganistische alternatieven, die voornamelijk bestaan uit zetmeel en plantaardige eiwitten, zijn niet zo romig en smakelijk als echte kazen,’ zegt van den Tweel.

Hoe produceert “een roestvrijstalen koe” haar melk? ‘Bacteriën zijn niet efficiënt genoeg, we zullen vooral moeten inzetten op schimmels’. Die schimmels krijgen een stukje DNA ingebouwd dat instaat voor de productie van een melkeiwit. De schimmel die het eiwit produceert is dus genetisch gewijzigd, het eindproduct zelf niet.

‘Het is absoluut niet eenvoudig om dit type eiwit in schimmels tot expressie te brengen,’ zegt van den Tweel. ‘In een dierlijke cel vinden na de synthese nog allerlei processen plaats, die er onder andere voor zorgen dat calcium zich aan het eiwit kan binden. Het scheelt dat de medewerkers van het lab in Zwijnaarde bij Oxyrane al veel ervaring hebben opgedaan met de productie van humane eiwitten voor medische toepassingen.’

Kaasplankje uit Gent

Bovendien bestaat koemelk niet uit één enkel eiwit, maar uit vele verschillende eiwitten. ‘Om echte melk en kaas te evenaren, zullen we inderdaad een combinatie van eiwitten moeten maken. Andere bestanddelen van koemelk, zoals vetten en suikers, kunnen later worden toegevoegd’. 

Zoals alle nieuwe voedingsmiddelen, zullen ook de geproduceerde eiwitten nog door de Europese Novel Foods-wetgeving moeten worden goedgekeurd. Een kaasplankje vol kaasjes die in Gent ontwikkeld zijn, laat dus nog even op zich wachten. Tot die tijd zijn we aangewezen op de koe – of een plantaardig alternatief.