Soep van lelijke groenten

Nederland moet aan de afvalsoep, oereieren en kromkommers. Het doel: de helft minder voedselverspilling tegen 2030.

Op een hamburger bij McDonald’s ligt een schijfje tomaat. Dat schijfje komt nooit van de boven- of onderkant van een tomaat. Tel die niet gebruikte kantjes op, en je komt aan veel verloren tomaat. Belandden die voorheen bij het afval, dan bezorgt de toeleverancier ze vandaag aan de Verspillingsfabriek. Die maakt er soepen en sauzen mee. McDonald’s is een van de bedrijven die deel uitmaken van de eerder dit jaar gelanceerde Taskforce tegen voedselverspilling. Die organisatie wil de voedselverspilling in Nederland tegen 2030 met de helft verminderen.

‘Door de Europese regels op veevoer aan te passen, zou 15 tot 20 miljoen ton afval in de voedselketen kunnen blijven’

Wereldwijd gaat een derde van het geproduceerde voedsel ergens tussen veld en vork verloren. In Europa gaat het om bijna 90 miljoen ton per jaar, en de productie van dat verspilde voedsel is goed voor 6 procent van onze broeikasgasuitstoot.

Voedselverspilling staat al langer op de agenda. Talrijke acties hebben weinig zoden aan de dijk gezet, weet Toine Timmermans (Wageningen Universiteit). ‘Het zijn doorgaans kleinschalige initiatieven, met beperkte impact. Die bottom-upacties zijn nodig, maar worden niet opgepikt door grote bedrijven.’ Vandaar de Nederlandse Taskforce, waarvan Timmermans een drijvende kracht is. ‘Door partijen met elkaar te verbinden, willen we kleine initiatieven groot maken en meer bedrijven tot actie aanzetten.’

Verspilling is verrukkelijk

Koken met voedsel dat anders verloren zou gaan is een prima idee. Nog beter is het als die producten gewoon in de supermarkt te koop zijn. Sinds maart heeft de Jumbo-supermarkt in Wageningen een ‘Verspilling is verrukkelijk’-schap. In de loop van het jaar moeten andere vestigingen volgen. In het schap liggen producten gemaakt van voedsel dat anders verloren zou gaan. Zoals bier van oud brood, soep van lelijke groenten en zeep van sinaasappelschillen.

In Wageningen gebruiken ze het schap als ‘levend lab’, om te onderzoeken hoe ze de consument kunnen verleiden. Dat blijkt soms eenvoudiger dan gedacht. Bij een recent experiment bleek dat 30 procent van de klanten voor een kromme komkommer kiest, ook al is die ‘kromkommer’ niet goedkoper en liggen de rechte er gewoon naast.

McDonald’s Nederland stuurt ongebruikte tomaatkantjes naar de Verspillingsfabriek. Die maakt er onder meer soep van.

Lukt het niet verloren voedsel in onze magen te doen belanden, dan is het zaak er een zo hoogwaardig mogelijke toepassing voor te vinden, bijvoorbeeld door het te verwerken in veevoer. Dat doet het Nederlandse Protix op een innovatieve manier. Op plantaardig voedselafval groeien larven van soldatenvliegen. De volgroeide larven doen dienst als voer voor kippen, waarvan de eieren als ‘oerei’ te koop zijn bij Albert Heijn en online. Ook de kippen van Kipster krijgen voedselresten voorgeschoteld, maar dan zonder insecten als tussenschakel.

Dat soort innovaties wil de Taskforce stimuleren. ‘We richten ons op bedrijven en organisaties die in deze beweging voorop willen lopen’, zegt Timmermans. ‘Dan volgen anderen wel.’ Mensen die begaan zijn met het probleem vind je volgens hem in bijna elk bedrijf. ‘Zij zijn helaas doorgaans niet de mensen die veel invloed hebben. Je moet zorgen dat de individuen op het hoogste niveau hun verantwoordelijkheid nemen, en zich engageren voor concrete doelstellingen en acties.’

Timmermans noemt McDonald’s Nederland als voorbeeld. De nieuwe CEO, Manu Steijaert, vindt minder verspilling belangrijk. Hij stelde een team samen en het bedrijf slaagde er binnen het jaar in om zijn verspilling te halveren. In alle Nederlandse vestigingen gooide het bedrijf het keukensyteem om. Voorheen wachtten de verschillende burgers kant-en-klaar op een klant. Kwam die later dan verwacht, dan belandde vanwege de voedselveiligheid de hele burger met verpakking bij het afval. Nu wordt de burger pas na de bestelling samengesteld. Jaarlijks verspilt McDonald’s 2.000 ton minder.

Verspilling is een gevolg van hoe onze voedselketen is ingericht. ‘De focus ligt telkens op zo efficiënt mogelijk één product maken’, zegt Timmermans. ‘Alle reststromen die daaruit voortvloeien zijn afval. Denk aan snijresten van groenten en fruit, maar ook brood, zuivel, vlees en vis. We moeten ernaar streven om voor álle grondstoffen een nuttige bestemming te vinden.’

Vee aan het vlees

Soms werkt de overheid tegen. ‘Neem de doelstellingen rond hernieuwbare energie’, zegt Timmermans. ‘De overheid subsidieert de vergisting van voedselresten voor energieproductie. Zo stimuleert ze verspilling.’

Timmermans ziet graag het Europese verbod op de verwerking van dierlijk afval in veevoer verdwijnen. ‘Dat verbod kwam er als reactie op ziektes zoals varkenspest, BSE en mond-en-klauwzeer. In andere delen van de wereld, bijvoorbeeld in Japan, zijn manieren ontwikkeld om voedselresten zoals cateringafval veilig in varkensvoer te verwerken. Pas de Europese regels aan, en je kunt 15 tot 20 miljoen ton afval in de voedselketen houden.’

De volgroeide larven op plantaardig voedselafval doen dienst als voer voor kippen

Ook de supermarkten moeten hun verantwoordelijkheid nemen. ‘Ze zullen dat wellicht ontkennen, maar de ondernemingen in de retailsector hebben met hun kwaliteitseisen en leveringsvoorwaarden veel invloed’, zegt Timmermans. ‘Een moeilijkheid voor de retailsector is de vraag voorspellen. Valt die tegen, bijvoorbeeld omdat het aangekondigde barbecueweer uitblijft, dan kunnen bestellingen bij leveranciers last minute worden geannuleerd. ‘Zouden supermarkten zich niet wat meer verantwoordelijk moeten voelen voor dat soort verliezen verderop in de keten’, vraagt Timmermans zich af. ‘Ze moeten ervoor zorgen dat hun overschotten een goede bestemming krijgen, bij voedselbanken of op zijn minst als veevoer.’

Overschotten volledig vermijden is natuurlijk nog beter. Retailers schatten de vraag in met modellen die onder meer rekening houden met het weer en eerdere verkoop in dezelfde periode. ‘Ze moeten nog beter voorspellen wat de consument nodig heeft. De onlinesector slaagt daar al beter in, dankzij artificiële intelligentie. Idealiter ligt iets pas in de rekken als het nagenoeg zeker verkocht wordt.’

Slim verpakt

De consument blijft de grootste verspiller. ‘Deze groep is goed voor 35 tot 40 procent van alle verspilling’, weet Timmermans. Supermarkten kunnen consumenten helpen minder weg te gooien. ‘Ze kunnen porties op maat aanbieden, eventueel uit een 3D-printer.’

Ook slimmere verpakkingen zijn een deel van de oplossing. Nu zit op houdbaarheidsdata een ruime veiligheidsmarge. Wat als je je zalmmootje een uur in een warme auto laat sudderen of thuis niet koel genoeg bewaart? Met sensoren in de verpakking kunnen leveranciers op basis van de microbiële activiteit of temperatuurmetingen doorheen de keten preciezer aangeven hoe lang iets nog goed is.

Voorlopig is grootschalige toepassing nog niet aan de orde. Dat ligt niet alleen aan de prijs. ‘Slimme verpakkingen moet je ook slim introduceren’, zegt Timmermans. ‘Als mensen daardoor nog beter kunnen selecteren op houdbaarheid dan nu al het geval is, zullen ze wellicht nog vaker kiezen voor het product dat nog net iets langer goed blijft. Dan krijg je net meer verspilling.’

Een van de leden van de Taskforce is Google. ‘Wereldwijd geeft de technologiereus dagelijks 125.000 werknemers te eten’, zegt Timmermans. Met camera’s en speciale software, ontwikkeld door het Amerikaanse LeanPath, monitort Google in een pilootproject wat er in ruim honderddertig bedrijfskeukens en –restaurants verloren gaat. Voeding is niet de corebusiness van Google, maar data verzamelen is dat wel. ‘Personalised food wordt heel belangrijk’, verwacht Timmermans. ‘Door data slim te analyseren kun je inspelen op wat mensen nodig hebben. Je kunt rekening houden met hun dagplanning en wat ze al in huis hebben. Dat is technisch gezien nu al mogelijk, alleen moet het nog een hogere vlucht nemen. Als dat lukt, kunnen we de juiste hoeveelheid voedsel op het juiste moment en op de juiste plaats beschikbaar stellen. Met minder verspilling tot gevolg.’