Wilde genen sterken koffie tegen klimaatsverandering

In de wouden van Oeganda troffen onderzoekers verschillende nog onbekende koffievariëteiten aan. Een aantal blijkt goed bestand tegen droogte, een eigenschap die de koffieteelt mogelijk kan wapenen tegen de impact van een veranderend klimaat.

Foto: Catherine Kiwuka en haar team in het Zokawoud.

In het kader van haar PhD-onderzoek aan Wageningen Universiteit bracht Catherine Kiwuka het genetisch materiaal van de wilde koffieplanten in kaart. Kiwuka is conservatiebioloog verbonden aan NARO (National Agricultural Research Organisation) en zocht ook mee op het terrein naar de koffieplanten. 'Voor alle duidelijkheid, het gaat niet om nieuwe soorten, maar om verschijningsvormen binnen de soort Robusta die gedijt in een vochtig klimaat. Enkele types kunnen echter wel goed tegen droogte. Dat opent mogelijkheden om koffieplanten te ontwikkelen die beter aangepast zijn aan het veranderende klimaat.'

De meest beloftevolle planten kwamen uit het Zokawoud, een bosregio in het noorden van Oeganda. Dat mag niet verbazen, aldus Kiwuka. 'Het Zokawoud is een relatief droge regio, zeker in vergelijking met het zuiden van het land. Het lag in de lijn van onze verwachtingen dat koffievariëteiten uit Zoka het met minder neerslag kunnen stellen, gegeven de klimatologische omstandigheden waarin ze groeien.'

Veelzijdige soort

De verandering van het klimaat heeft een stevige impact op de koffieteelt. Onvoorspelbare weerpatronen, een grotere druk van ziektes en plagen,... de gevolgen laten zich vandaag al voelen. Sommige studies stellen zelfs dat tegen 2050 de helft van de huidige teeltgebieden onbruikbaar dreigt te worden.

Patrick Van Damme, professor Tropische Landbouw aan de Universiteit Gent, nuanceert echter. 'Robusta komt uit de vochtige wouden van het Congobekken, dus die soort vraagt een vochtige omgeving. Maar Arabica, afkomstig uit Jemen en Ethiopië, heeft liever droge omstandigheden. Koffie als familie kent een grote variantie, zowel op niveau van soorten als van variëteiten. Die veelzijdigheid geeft kwekers materiaal in handen om nieuwe, robuuste variëteiten te ontwikkelen.'

Onderzoek aan Wageningen University & Research.

Koffie is Oeganda's belangrijkste exportproduct. De teelt wordt gedomineerd door Robusta. Die soort staat lager in aanzien dan Arabica, maar de Oegandese Robusta is bekend om zijn goede smaak die Arabica bijna evenaart. Het zijn voor het overgrote deel kleine telers die van Oeganda een belangrijk koffieland maken, en voor hen zou een meer droogteresistente Robustavariëteit goed nieuws betekenen, aldus Catherine Kiwuka.

'De landbouwsector in een land als Oeganda staat technologisch op een laag niveau. Toegang tot irrigatie is erg uitzonderlijk, en dat maakt de koffieteelt kwetsbaar voor de klimaatsverandering. Dat merken we nu al. Droge periodes en onregelmatige regenval komen steeds vaker voor, dus een nieuwe koffievariëteit die hiertegen bestand is dringt zich op.'

Zover is het echter nog niet. Tussen een wilde plant en een potentieel landbouwgewas ligt een lange weg. Minstens tien jaar, zo schat Kiwuka. 'Koffie is een boom, er gaat tijd over vooraleer de plant vruchten draagt. Pas na drie jaar kan je de eerste bonen verwachten, wat het mogelijk maakt om op smaak te testen. Ook kijken we naar de vatbaarheid voor ziektes en plagen zoals de schimmelziekte koffiebladroest.'

Catherine Kiwuka hoopt dat het potentieel van deze nieuwe koffievariëteiten kan helpen om de autoriteiten te overtuigen de laatste oerwoeden beter te beschermen. Want de status als reservaat doet weinig af aan het feit dat het Zokawoud ernstig bedreigd wordt. 'De waarde van conservatie wordt onvoldoende erkend. Ik hoop dat onze ontdekking daar verandering in brengt.'