Frietjes, snoep, chips, koekjes... allemaal superlekker, toch? Maar als je daar dagenlang van smult, tast het je hersenen aan.
In je lichaam zit een hormoon dat insuline heet. Insuline zorgt ervoor dat je bloedsuiker op peil blijft en zorgt ervoor dat je geen zin meer hebt om te blijven eten. Wanneer je veel vettig en zoet eten eet, raakt je lichaam in de war. Eerst denkt het: “Aha, veel suiker! Opslaan maar!” Maar als dat te lang blijft duren, stoppen je cellen met goed luisteren naar die insuline. Dat heet insulineresistentie. Je lichaam kan dan moeilijker stoppen met eten en je hersenen raken ook van slag.
Een vettig experiment
Duitse wetenschappers wilden weten hoe snel dat gebeurt. Ze gaven een groep gezonde mannen vijf dagen lang alleen maar vettige en zoete snacks (milkshakes, hamburgers, taart). Een andere groep at gewoon normaal. Na die vijf dagen doken de mannen een hersenscanner in. Wat bleek? De junkfood-groep had hersenen die minder goed reageerden op insuline. Ze waren minder gevoelig voor beloningen (in de vorm van geld) en gevoeliger voor straffen. Nog een week later gebeurde het omgekeerde: andere hersengebieden, die belangrijk zijn voor je geheugen en hoe aantrekkelijk eten lijkt, reageerden niet goed meer op insuline. Daardoor kregen de deelnemers meer zin in vettig eten en minder in gezond eten.
Het lijkt dus alsof je hersenen al na een paar dagen junkfood op een ongezonde manier veranderen. Je krijgt meer zin in ongezond eten, en minder in broccoli. Geen ramp als je af en toe eens zondigt natuurlijk, maar te veel snoep en snacks? Die houden niet alleen je buik bezig, maar ook je brein.