Foutjes in hondengenen ontstonden bij domesticatie

22 januari 2016 door Eos-redactie

Meer dan 15.000 jaar geleden begon de mens met het domesticeren van de hond. Volgens een nieuwe studie dateren genetische foutjes van dat moment.

Meer dan 15.000 jaar geleden begon de mens met het domesticeren van de hond. Volgens een nieuwe studie dateren genetische foutjes van dat moment, en niet van de recente inteelt om rassen te maken.

Wetenschappers van de University of California, Los Angeles (UCLA) vergeleken de genen van 19 wolven, 25 wilde en 46 gedomesticeerde honden en publiceerden hun resultaten in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). De onderzoekers besluiten dat domesticatie waarschijnlijk de oorzaak is van een toename in het aantal schadelijke genetische mutaties.

Tijdens de domesticatie werd gebruik gemaakt van kleine populaties waarbinnen de mens een selectie maakte op basis van gewenste eigenschappen, zoals bijvoorbeeld een kleinere lichaamsgrootte of een bepaalde vachtkleur. Zo werden waarschijnlijk ook een heel aantal genen verantwoordelijk voor bijvoorbeeld ontwikkelingsstoornissen en gezondheidsproblemen mee doorgegeven aan volgende generaties en accumuleerden ze in het hondengenoom. Die genetische foutjes zouden dus veel eerder zijn ontstaan dan tijdens de recentere inteelt voor de ontwikkeling van rashonden, zoals nu wordt aangenomen.

De wetenschappers doen ook een aanbeveling voor het in stand houden van zeldzame en bedreigde diersoorten. Het behoud van grote populaties binnen kweekprogramma’s zou volgens hen een ongewilde toename aan schadelijke genetische veranderingen kunnen tegengaan.