Historische figuur in het nieuws: Alfred de Grote (848-899)

23 januari 2014 door Eos-redactie

Het zijn weer spannende tijden voor royalty-watchers in Groot-Brittannië. Na de heisa rond de legendarische koning Richard III, van wie de stoffelijke resten in 2012 opdoken bij graafwerken in Leicester, zijn de schijnwerpers nu gericht op koning Alfred de Grote.

Het zijn weer spannende tijden voor royalty-watchers in Groot-Brittannië. Na de heisa rond de legendarische koning Richard III, van wie de stoffelijke resten in 2012 opdoken bij graafwerken in Leicester, zijn de schijnwerpers nu gericht op koning Alfred de Grote.

Vorige week verklaarden archeologen van de universiteit van Winchester dat ze zo goed als zeker een heupbot hadden geïdentificeerd van de Saksische koning die als enige Engelse vorst het epitheton ornans ‘de grote’ achter zijn naam kreeg.

Alfred de Grote leefde ten tijde van de grote Deense invallen. Hij kon het Deense leger in 878 bij Edington verslaan en sloot vrede met de Deense koning Guthrum. Daarbij werd bepaald dat het noordoosten van Engeland in handen bleef van de Denen. Alfred reorganiseerde de financiën en de wetgeving in zijn rijk, en zorgde daarnaast ook voor een culturele heropbloei. Hij nodigde vooraanstaande geleerden uit heel Europa aan zijn hof uit, en zorgde zelf voor vertalingen van belangrijke werken uit het Latijn.

Al in de 19de eeuw werden resten gevonden die werden toegeschreven aan Alfred de Grote. Pas onlangs bleken deze na tests te dateren uit de dertiende eeuw, een totaal foute timing dus.

Het heupbot dat mogelijk toebehoort aan Alfred de Grote, werd al een twintigtal jaar geleden gevonden op de site van een middeleeuws klooster in Winchester. Het lag al die tijd samen met andere menselijke en dierlijke resten opgeslagen in een plaatselijk museum, en was nooit grondig onderzocht. Dat dat nu wel gebeurde, heeft alles te maken met de spectaculaire ontdekking van de resten van Richard III een kleine twee jaar geleden.

Na C-14-onderzoek blijkt het bot nu te dateren uit de periode tussen 895 en 1017, en van een man van rond de veertig afkomstig te zijn. Bovendien is het gevonden nabij het hoofdaltaar van de vroegere abdij, wat de vermoedens dat het om Alfred de Grote zou gaan, alleen maar versterkt. Historici gaan er namelijk van uit dat zowel Alfred de Grote als zijn zoon Edward daar begraven werden. Archeologen van de universiteit van Winchester hopen nu via nieuwe gerichte opgravingen naar meer botfragmenten en andere significante resten, en verdere analyse van het materiaal (wellicht ook DNA- en isotopentests) meer licht op de zaak te kunnen werpen. (aa)