Historische figuur in het nieuws: madame Tussaud (1761-1850)

16 april 2015 door AA

In april 1850 stierf de vrouw die haar naam gaf aan de populaire keten van wassenbeeldenmusea.

In april 1850 stierf de vrouw die haar naam gaf aan de populaire keten van wassenbeeldenmusea. Voor ze in Londen haar eerste museum opende, had Marie Tussaud (1761-1850) echter al een bewogen leven achter de rug. Ze overleefde ternauwernood de Franse revolutie.

Na de dood van Tussauds vader, enkele maanden voor haar geboorte in Straatsburg in 1761, trok haar moeder naar Zwitserland, waar ze huishoudster werd bij een zekere dokter Curtius. Curtius ontwikkelde zich tot maker van medisch-anatomische wasmodellen en stelde zijn wassen hoofden en bustes ten toon. Als tiener leerde Marie bij hem het vak. Als Curtius na enkele jaren naar Parijs verhuist, vergezellen Marie en haar moeder hem. Marie gaat daar aan de slag als Curtius’ assistente, en komt zo in aanraking met Franse aristocraten en intellectuelen die hun beeltenis in was laten maken. Onder hen onder meer ook de schrijver Voltaire en de filosoof Jean-Jacques Rousseau. Van 1780 tot het losbarsten van de Franse revolutie in 1789 geeft ze daarnaast ook kunstonderwijs aan de zus van Lodewijk XVI.

Het Terreurbewind van Robespierre en zijn medestanders maakt hier allemaal een eind aan. Haar connecties met het koninklijk huis breken Marie zuur op. Ze wordt gearresteerd en gevangengezet. Uiteindelijk is het haar talent dat haar leven redt. Ze komt vrij, maar wordt verplicht dodenmaskers te maken van de slachtoffers van de guillotine, van wie ze velen persoonlijk kende. Ook van het hoofd van Lodewijk XVI zelf moest ze een afgietsel maken.

Na een weinig succesvol huwelijk trekt Tussaud in 1802 als alleenstaande moeder met haar twee zonen én haar wassen beeldencollectie naar Groot-Brittannië. Ze toert enkele jaren door het land met de beelden en vestigt zich in 1835 in Londen, waar haar collectie meteen de aandacht trekt van de high society. Onder andere de Duke of Wellington komt vaak langs om de beelden – waaronder zijn eigen beeltenis – te bewonderen. Het succes van het museum heeft zeker deels te maken met de speciale kamer – nu beter bekend als Chamber of Horrors - waarin slachtoffers van de Franse revolutie, maar ook moordenaars en andere misdadigers te zien zijn.

In 1842 maakt Tussaud ook een zelfportret, dat nog altijd bij de ingang van het Londense museum staat. Ook vele andere beelden die door Tussaud zelf werden gemaakt, zijn bewaard gebleven. Tot op hoge leeftijd zat madame Tussaud zelf aan de kassa van haar museum, dat mee gerund werd door haar zonen Joseph en Francis. Inmiddels zijn er ook vestigingen van Madame Tussauds in Amsterdam, Hong Kong, Las Vegas, Berlijn en New York.