Stuifmeel uit beerputten onthult maaltijd middeleeuwse Vlaming

24 augustus 2016 door Eos-redactie

Stuifmeel leert ons wat er op het menu stond bij de middeleeuwse Vlaming. 

Stuifmeel leert ons wat er op het menu stond bij de middeleeuwse Vlaming. Hiervoor onderzocht paleobioloog Koen Deforce uitwerpselen uit beerputten in Mechelen, Aalst en Oudenaarde.

De uitwerpselen die Koen Deforce onderzocht, dateren van tussen de twaalfde en de zeventiende eeuw. Om af te leiden wat Vlamingen in die vijf eeuwen at, analyseerde hij het stuifmeel dat in hun uitwerpselen zat. Het stuifmeel kwam mee met plantaardig voedsel. 

Deforces onderzoek toont aan dat granen deel uitmaakten van het basisvoedsel van de middeleeuwse Vlaming. Granen werden verwerkt in brood, pap en bier. Daarnaast at de Vlaming ook vaak bonen, erwten, kervel, biet en spinazie. Boekweit, een kruidachtige plant, werd pas populair vanaf de zestiende eeuw.

Exotisch voedsel

Bloemen en bloemknoppen, van bijvoorbeeld komkommerkruid, stonden ook regelmatig op het menu. De bloemknoppen van vlier en brem werden gepekeld en vormden een lokale variant van de mediterrane kappertjes. De middeleeuwers aten ook  kruidnagel geïmporteerd uit Indonesië.

Suiker was in de middeleeuwen zeldzaam en erg duur. Daarom zoette de middeleeuwer zijn maaltijd met honing. Dat laat heel wat stuifmeel na van bijenplanten als klimop, linde en klaver. Deforce vond ook stuifmeel van mediterrane planten, wat aantoont dat onze voorouders soms ook honing uit het zuiden aten. 

Geneesmiddelen en parasieten

De beerputten onthullen ook andere aspecten van het middeleeuwse leven. Deforce vond stuifmeel van gevlekt longkruid, een plant die gebruikt werd als geneesmiddel tegen longziekten. Ook ontdekte hij sporen van turf, een veelgebruikte brandstof. Middeleeuwers dekten hun beerput af met de as van turf. Die hield vieze geurtjes en vliegen tegen.

‘Mensen gooiden van alles in het toilet: keukenafval, dierlijke mest en toiletpapier in de vorm van mos en textiel. Daarop zit ook stuifmeel’, zegt Deforce. Hij vond ook iets dat gelukkig niet tot bij de maaltijd hoorde: eitjes van de zweepworm en de spoelworm, twee darmparasieten. (mvdh)

Koen Deforce is paleobioloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.