‘Versailles werd door zowat iedereen als een schandvlek ervaren’

De Britse historicus Ian Kershaw kennen we vooral als de schrijver van een van de betere Hitlerbiografieën. Maar in zijn nieuwste boek beperkt hij zich niet tot Duitsland, de Führer en diens Derde Rijk. Het resultaat is een verhaal over een continent dat zich ei zo na vernietigde.

Als de geschiedenis van Europa in de 20ste eeuw een voetbalwedstrijd is, dan gaat het voetbalgezegde ‘Een wedstrijd bestaat uit twee helften’ zeker op. Hoezeer ook het oude continent tussen 1914 en 1945 (de ‘eerste helft’) zijn uiterste best deed om zich volledig ten gronde te richten, in de periode 1945-1989 (de ‘tweede helft’) kwam het uiteindelijk toch nog allemaal goed – met nog een paar winnende doelpunten in de ‘blessuretijd’ van de jaren 1990.

Het is de ietwat gesimplificeerde insteek van het tweeluik waaraan de Britse historicus Ian Kershaw momenteel bezig is. Een diptiek waarvan deel één, getiteld De Afdaling in de hel, in het najaar van 2015 verscheen. In dat eerste deel, dat Kershaw bewust laat uitlopen tot 1949, probeert de 72-jarige Brit te begrijpen hoe Europa kon wegzinken in een nooit geziene afgrond van gruwelijk geweld en onmenselijkheid. Om na het absolute dieptepunt in 1945 op zeer korte termijn het fundament te leggen voor een verbazingwekkend herstel, voor een nieuw Europa dat verrees uit de as van het oude, voor een ontsnappingsweg uit de hel. Kortom: voor een nieuw begin.

De eminente historicus en auteur, bekend omwille van zijn boeken over Adolf Hitler, was begin november te gast in Antwerpen ter gelegenheid van de Boekenbeurs. Eos Memo sprak met Kershaw over zijn nieuwe boek, over zijn bekende status als ‘Hitlerbiograaf’ en over onze niet aflatende fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog.

Over de recente Europese geschiedenis is natuurlijk al heel veel geschreven. Vond u dat er nog iets niet verteld was, of dat sommige feiten misschien wat meer aandacht verdienen?

‘(lacht) Het was zeker niet de bedoeling om een revisionistisch boek te schrijven. Het idee van dit boek kwam trouwens ook niet van mijzelf, maar van Penguin (de Britse uitgeverij van Kershaw, red.). Die vroeg mij een geschiedenis te schrijven voor haar prestigieuze reeks History of Europe. Dat kon ik moeilijk weigeren.’

‘Natuurlijk had ik wel de volledige onafhankelijk over wat ik zou schrijven en welke onderwerpen ik zou behandelen. Zo heb ik het toch ook een beetje voor mezelf geschreven, want ik wilde na al mijn boeken over Duitsland en Hitler, waarover ik toch een beetje uitverteld ben, de zaken ook eens vanuit een breder Europees perspectief bekijken. En ik wilde behalve de Tweede Wereldoorlog ook de Eerste Wereldoorlog grondig behandelen, want die wereldbranden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.’

U schetst in uw boek vier factoren die ervoor zorgden dat ons continent zich kon verliezen in twee allesvernietigende oorlogen: etnisch nationalisme, territoriale conflicten, sociale ongelijkheid en economische crisis. Die ‘programmafouten’ waren al aanwezig vóór de Eerste Wereldoorlog, en werden nadien alleen maar versterkt. Was de Tweede Wereldoorlog dan écht onvermijdelijk?

‘Dát heb ik niet geschreven. De geschiedenis is geen straatje met eenrichtingsverkeer. Ze kan op elk moment alle kanten uit. Voor Adolf Hitler, de hoofdschuldige zeg maar van WOII, leek het eind 1923 na de mislukte Bierkellerputch in München, over en uit te zijn. Toch krabbelde hij terug. Historische ontwikkelingen zijn dus nooit onvermijdelijk. Al denk ik wel dat de Eerste Wereldoorlog de Tweede wel heel waarschijnlijk heeft gemaakt.’

Hypothekeerde vooral niet het Verdrag van Versailles de kansen op een blijvende vrede?

‘In het begin van de jaren 1920 ging Europa doorheen een zware economische en politieke crisis, en de gigantische herstelbetalingen hielpen Duitsland natuurlijk niet vooruit. En hoewel de economische situatie er in de tweede helft van dat decennium wel op vooruitging – de roaring twenties waren een gevolg daarvan – bleef ‘Versailles’ een etterende wonde die op de achtergrond steevast voor ergernis bleef zorgen. Niet alleen de immens hoge herstelbetalingen vormden trouwens een heikel punt, maar ook de bezetting van het Ruhrgebied en het verbod voor Duitsland om het leger uit te breiden. Hitler heeft daar natuurlijk handig gebruikt van gemaakt om alle Duitsers achter zich te krijgen – want het Verdrag van Versailles werd door zowat iedereen als een schandvlek ervaren, welke politieke kleur ze ook hadden.’

De "Grote Vier" van de conferentie in Versailles in 1919: David Lloyd George (Engeland), Vittorio Emanuele Orlando (Italië), Georges Benjamin Clemenceau (Frankrijk) en de Amerikaanse president Woodrow Wilson.

Wat hadden de toenmalige Europese leiders, zoals de toppolitici van Engeland en Frankrijk, kunnen doen om de situatie te ontmijnen?

‘Eind jaren 1920 leek het er een tijdlang heel sterk op dat de herziening van het Verdrag van Versailles er via vreedzame weg kon komen. De Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Gustav Stresemann en de Franse premier Aristide Briand waren heel goed op weg naar een akkoord hierrover. Helaas zorgde de economische crisis in Europa, die een gevolg was van de beurscrash van New York in oktober 1929, voor een plots einde van de Frans-Duitse toenadering. Als die crisis er niet was geweest dan had de toenadering wellicht gewoon doorgegaan. Maar of dat voorgoed de lont uit het kruitvat zou hebben gehaald, zullen we natuurlijk nooit weten.’

Uw boek is dus het eerste deel van een tweeluik over de volledige 20ste eeuw. Zelden zal de inhoud van het tweede deel van een diptiek zo contrasteren met het eerste deel. Terwijl Europa zich in dit boek zo goed als vernietigt, verrijst het in het vervolg verenigd, vreedzaam en welvarend uit zijn as.

‘Daarom laat ik mijn boek ook eindigen in 1949. Volgens mij is dat het scharnierjaar in de Europese geschiedenis, en niet 1945, toen alles nog in puin lag en de heropbouw nog moest beginnen. In dit boek ga ik dieper in op de redenen waarom Europa zich ei zo na vernietigde. In het volgende deel probeer ik – want ik ben het nog aan het schrijven – een antwoord te verzinnen op de vraag waarom Europa zo snel uit die diepe put kon klimmen.’

In onze schoolboeken staat dat die ‘comeback’ van West-Europa voornamelijk te danken was aan de Amerikanen en hun Marshallplan…

‘Dat klopt niet helemaal. Met het Marshallplan werd vier jaar lang een totaalbedrag van 12 miljard dollar in West-Europa gepompt. Dat was natuurlijk verre van voldoende. Nee, de werkelijke economische heropbouw was een direct gevolg van het feit dat heel Europa in puin lag: er waren massaal goedkope arbeidskrachten aanwezig, de oorlog had voor heel wat technologische vernieuwing gezorgd, de heropbouw zorgde automatisch voor voldoende werk,…

U hebt al zoveel gelezen en geschreven over de 20ste-eeuwse geschiedenis. Bent u tijdens het schrijven van dit boek eigenlijk op nog iets gestuit dat u nog niet wist?

‘Ik heb toch een aantal dingen gevonden waarvan ik versteld stond. Zo ontdekte ik dat in 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog dus, er veel meer mensen in Europa in een dictatuur leefden dan in een democratie. Dat is iets wat wij (de Britten, red.), de Fransen en ook jullie Belgen en Nederlanders zich maar moeilijk kunnen voorstellen. En dan heb ik de Sovjet-Unie nog niet eens meegerekend. Eigenlijk was de democratie dus de vreemde eend in de bijt. Ze was bijna volledig geconcentreerd in Noordwest-Europa, in de landen die als overwinnaar uit WO I kwamen of neutraal waren bleven.’

Als we ons afvragen of de Tweede Wereldoorlog onvermijdelijk was nadat het Verdrag van Versailles was ondertekend, dan zetten we de deur open voor counterfactual history, een genre dat zeer snel aan populariteit wint. Bent u een fan?

‘Dat hangt ervan af hoe ver je dat tegenfeitelijke relaas doordrijft. In mijn boek probeer ik regelmatig uit te leggen waarom bepaalde dingen zijn gebeurd of niet zijn gebeurd, en waarom bepaalde beslissingen zijn genomen. Wij historici worden vaak geconfronteerd met vragen naar het belang van individuele personen voor de loop van de geschiedenis. Een populair voorbeeld is deze: Hoe belangrijk was de persoon van Hitler in 1933? Door die vraag te stellen suggereer je echter onbewust dat de geschiedenis met een andere Rijkskanselier helemaal anders was gelopen. Als je één zogenaamde historische variabele op een bepaald moment veranderd, kun je de periode die er vlak na komt nog wel ‘simuleren’. Maar ga verder en alles wordt zo complex en onvoorspelbaar dat het zinloos wordt. Als counterfactual history iets over de onmiddellijke gevolgen zegt, dan ben ik geïnteresseerd. Zo niet is het gewoon fictie.’

Twee grote ideologieën hebben de Europese geschiedenis mee bepaald: communisme en fascisme. Toch lijkt de manier waarop ze hun agressie hebben geuit totaal niet op elkaar. Bij de Sovjet-Unie was die vooral naar binnen gericht, bij Nazi-Duitsland naar buiten. Hoe komt dat?

‘Oorspronkelijk was het doel van het bolsjewisme, de voorloper van het communisme zeg maar, de revolutie vanuit Rusland te exporteren naar de rest van Europa en de wereld. Maar toen dit niet lukte, kwam de focus te liggen op het in stand houden van het regime binnenin de grenzen van de prille Sovjet-Unie. Stalin was ook altijd bevreesd om van buitenaf aangevallen te worden door de imperialistische machten – niet zonder reden, overigens. Daardoor heeft het communisme haar agressie nooit echter naar buiten gericht – althans in de periode tot 1945.’

‘Het fascisme en het nazisme was naast nationalistisch ook imperialistisch geïnspireerd. Italië joeg op gebiedsuitbreiding in Noord-Afrika, Duitsland in Centraal- en Oost-Europa. Daarom lag de agressie er bij deze regimes vingerdik op.’

De fascinatie voor de geschiedenis van Duitsland en Hitler blijft groot in Europa. Hoe kun je dat verklaren?

‘Misschien omdat de Tweede Wereldoorlog in meerdere oogpunten een cruciaal keerpunt was, niet alleen in de geschiedenis maar ook in de manier waarop we naar onszelf kijken – de genocide en de ontelbare gruweldaden waren het dieptepunt in de menselijke geschiedenis. En het was de eerste keer dat elk werkelijk het volledige continent, en bij uitbreiding de volledige wereld, werd getroffen.’

‘En Adolf Hitler is natuurlijk het gezicht van de Tweede Wereldoorlog, terwijl je aan WO I moeilijk één naam kunt verbinden. Die fascinatie voor een politieke figuur die meer dan wie ook verantwoordelijk was voor een wereldoorlog kan zo wel worden verklaard.’

Sinds kort speelt hier en daar de vrees voor een Derde Wereldoorlog weer op, vooral dan op de sociale media. Staan we er beter voor in Europa dan in 1945?

‘Natuurlijk staat Europa er stukken beter voor dan in 1945. We hebben het geluk dat de democratie zich inmiddels stevig genesteld heeft en dat het militarisme in Europa een veel minder grote rol speelt dan vroeger. Ook hebben we een totaal andere moraliteit dan in het verleden. Politiek gezien spelen racisme en antisemitisme geen rol meer. Dat zijn cruciale factoren. Er komen enorme problemen op ons af die volstrekt onvoorspelbaar zijn, maar we zijn krachtig genoeg om die het hoofd te kunnen bieden. Ik vind dat een geruststellende gedachte.’

Bio

Ian Kershaw is hét prototype van de Britse gentleman. Hoewel hij tijdens dit interview nog maar eens moest uitleggen hoe Europa kon transformeren tot een slachthuis tijdens WO I en WO II, doet dat geen afbreuk aan zijn humeur. Tegelijkertijd wordt hij ook niet lyrisch enthousiast als we de wonderbaarlijke herrijzenis van Europa in de tweede helft van de twintigste eeuw behandelen.

Dat Kershaw voornamelijk over de 20ste eeuw, over Duitsland en vooral over Adolf Hitler zou gaan schrijven, lag niet in zijn studie besloten. ‘Tijdens mijn studies middeleeuwse geschiedenis (eerst aan de universiteit van Liverpool, vervolgens aan die van Oxford, red.) werd er in Manchester een afdeling van het Goethe-instituut geopend’, vertelt Kershaw. ‘Ik ben toen Duits gaan leren om Duitse studieboeken over de middeleeuwen te kunnen lezen. Toen ik in 1972 een paar maanden in Duitsland ging wonen, kwam ik in München een oude man tegen die zei: “Jullie Engelsen zijn zo stom geweest. Als jullie met ons hadden samengewerkt, hadden we samen het bolsjewisme kunnen verslaan en de aarde kunnen regeren. Hij voegde er aan toe dat hij Joden luizen vond.” Ik was geschokt, maar ik wilde wel weten waarom men tijdens WO II zo massaal het nazisme omarmde. Daarmee was de kiem gelegd voor mijn fascinatie voor de moderne geschiedenis.’

De afdaling in de hel. Europa 1914-1949; Ian Kershaw; Uitgeverij Unieboek – Het Spectrum; 608 pag., 39,99 euro; ISBN 9789000346950