Vrouwen hadden cruciale rol in expansie van krijgersvolk op Mongoolse steppe

Archeologisch en DNA-onderzoek werpt een verrassend nieuw licht op het krijgersvolk Xiongnu dat de bouw van de Chinese Muur in een stroomversnelling bracht. Vrouwen hadden bij hen meer dan twintig eeuwen geleden een belangrijke rol als cultuurbewakers en machtspolitici.

Beeld: Een reconstructie van het dagelijks leven in de hoogste Xiongu-kringen. (© Dairycultures Project)

De Xiongnu, zoals het volk in kwestie heet, zijn een van de grote mysteries in de geschiedenis van het vroege Azië. Vier eeuwen na het relatief schuchtere begin van de aanleg van de Chinese Muur, in de 7de eeuw v.Chr., vielen zij China systematisch binnen voor rooftochten. Meer dan tien eeuwen voor de Mongolen, met wie de Chinese Muur steevast geassocieerd wordt, deden zij raids langs de vroege zijderoute waar ze handelsposten plunderden en karavanen aanvielen. De Xiongnu waren uitstekende krijgers en ruiters, leefden in clans en bouwden uiteindelijk vanop de steppen ten noorden van China het eerste grote nomadische imperium uit, met op zijn hoogtepunt uitlopers tot aan het Koreaans Schiereiland en Kasjmir.

Veel meer weten we niet over hen. Dat stelde ook een internationaal onderzoeksteam vast, met daarin onder meer specialisten aan de Harvard-universiteit en het Max Planck-instituut. Het grote probleem is dat de Xiongu geen geschreven taal hadden. Overgebleven geschriften zijn van de hand van rivalen en vijanden. De bronnen zijn daardoor niet alleen negatief vooringenomen, ze hebben ook weinig of geen aandacht voor hoe de Xiongnu-samenleving eruit zag.

Grondig onderzoek van deze begraafplaats voor de Xiongu-elite bracht de prominente rol van vrouwen in hun samenleving naar voor. (© Michel Neyroud)

Strategische huwelijken

Om een zo groot mogelijke tip van de historische sluier op te lichten koos het team voor diepgaand onderzoek van twee teruggevonden Xiongnu-begraafplaatsen in het huidige Mongolië. Eentje voor hun elite, een andere voor gewone clanleden. Een combinatie van archeologisch en DNA-onderzoek wees op een onverwacht grote diversiteit en heterogeniteit. Zowel in de hoogste als in de laagste kringen, en van gemeenschap tot individuele familie. Dat wil zeggen, verduidelijkt onderzoeksleider en populatiegeneticus Choongwon Jeong, dat zij niet als één volk veroverden en vervolgens heersten: ‘Zij breidden hun rijk multi-etnisch uit door andere volkeren op te nemen en strategisch in te zetten op huwelijken en bloedverwantschappen.’

Vervolgens bleken vrouwen een veel grotere rol te spelen dan tot nu toe gedacht. Een heel andere rol dan het cliché van de vrouw die thuis domineert terwijl haar man ergens ver weg uit roven en veroveren is, bovendien.

Projectarcheoloog Bryan Miller kwam namelijk tot de conclusie dat zij een prominente politieke rol speelden in de expansie van het Xiongnu-rijk en vervolgens de integratie van nieuwe gebieden: ‘Ze bekleedden vaak de hoogste posities, zorgden ervoor dat de eigen tradities niet verwaterden in de multi-etniciteit en speelden een significante rol in zowel machtspolitieke kwesties als de exploitatie van de vroege zijderoute.’