Gezondheid

Belgische wetenschappers stapje dichter bij een middel tegen Covid-19

Antistoffen uit kameelachtigen kunnen het nieuwe coronavirus in het lab onschadelijk maken. Een therapie op basis van de antistoffen laat mogelijk wel nog een jaar op zich wachten en komt voor de huidige pandemie dus te laat.

Het team van Xavier Saelens (VIB-UGent) heeft een stap vooruit gezet in de zoektocht naar een geneesmiddel tegen het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt. De therapie maakt gebruik van antilichamen uit lama's. Eerder dit jaar konden de wetenschappers aantonen dat die antilichamen in staat zijn te binden op een cruciaal onderdeel van SARS-Cov-2, waarmee het virus onze cellen binnendringt. Zo zouden de antistoffen in theorie een infectie kunnen voorkomen. In samenwerking met Amerikaanse en Duitse collega’s konden de onderzoekers nu bevestigen dat de antistoffen een aangepaste, minder gevaarlijke versie van het virus onschadelijk kunnen maken. Ze kunnen voorkomen dat het virus menselijke cellen infecteert.

Hoe werkt de techniek precies? De methode maakt gebruik van de bijzondere antilichamen van kameelachtigen, die een veel eenvoudigere structuur hebben dan de onze. Wetenschappers injecteren een virus in lama’s, die daardoor antistoffen aanmaken. De onderzoekers halen die antilichamen uit het bloed van de dieren, en brengen hun DNA in kaart. Het stukje DNA dat codeert voor het eiwit waarmee de antistoffen op het virus binden, bouwen ze vervolgens in het genoom van gistcellen in. Die zijn dan in staat om recombinante antistoffen tegen het virus te produceren.

Verstuiver

Het team van Saelens was al sinds 2016 op zoek naar een middel tegen het SARS- en MERS-coronavirus, beide verwant met SARS-CoV-2. ‘De eerste fase, waarbij je kameelachtigen antistoffen laat ontwikkelen, en die makkelijk enkele maanden duurt, konden we dus overslaan’, zegt Saelens. Na de uitbraak van het nieuwe coronavirus schakelde het team een versnelling hoger om te onderzoeken of de al ontwikkelde antistoffen ook op SARS-CoV-2 zouden kunnen binden. Dat blijkt wel degelijk het geval.

Het middel is geen vaccin, dat de aanmaak van eigen antistoffen door het lichaam stimuleert. ‘Het is een soort passief vaccin’, legt Saelens uit. ‘Doordat je antilichamen toedient, biedt het onmiddellijk bescherming. Dat kan nuttig zijn voor kwetsbare personen, zoals ouderen, die vaak minder sterk op vaccins reageren.’ Nadeel is dat de antilichamen mettertijd worden afgebroken, waardoor die bescherming slechts van korte duur is. ‘We vermoeden dat de concentratie ongeveer een week hoog genoeg zal blijven om te beschermen. We denken aan een toepassing waarbij de antistoffen als een inhaleerbaar medicijn worden toegediend’, zegt Saelens. ‘Bijvoorbeeld met een verstuiver. Mogelijk verhoogt dat de werking doordat de antistoffen zo meteen in de longen terecht komen.’

Toekomstmuziek

Dat is echter nog (verre) toekomstmuziek. Op dit moment onderzoeken de wetenschappers in samenwerking met Leuvense collega's in een streng beveiligd lab of de antistoffen ook binden op het echte coronavirus. ‘In een volgende fase moeten we in dierproeven onderzoeken of de antilichamen preventief beschermend werken’, zegt Saelens. ‘En we willen ook onderzoeken wat hun effect is na een infectie.’ Een therapie op basis van de antistoffen komt er volgens Saelens ‘ten vroegste binnen een jaar’. Na de dierproeven moet immers nog een heel traject aan klinische studies worden doorlopen. ‘Voor de strijd tegen de huidige pandemie komt het middel dus wellicht te laat’, zegt Saelens. ‘Tenzij die heel lang aansleept. Maar we hopen uiteraard dat ze uitdooft.’

‘Het middel zou wel nuttig kunnen zijn om bij een volgende uitbraak snel in te grijpen en mensen die in contact komen met geïnfecteerden, zoals artsen en verplegend personeel, een onmiddellijke bescherming te bieden, zij het slechts tijdelijk’, denkt Saelens. ‘Dat kan nuttig zijn om de periode van één à twee weken te overbruggen waarin een vaccin nog geen bescherming biedt.’