Eos Blogs

Is een fitter lichaam ook meetbaar jonger?

Heeft je lichaam een epigenetische klok waaraan je kan zien hoe snel je veroudert? En kan een relatief korte intensieve levensstijlinterventie die meetbaar beïnvloeden?

Begin maart krijg ik een intrigerende tip van mijn collega Kim. ‘Ik weet niet hoe het met je conditie is gesteld, maar misschien is deze studie meer iets voor jou dan voor mij.’ Net als hem ben ik op de redactie een gedoodverfd proefkonijn, al is hij veel jonger en sportiever dan ik.

De bijgaande link voert me naar de website van GRAY, wat staat voor Ghent University Research for Aging Young, een interdisciplinair onderzoeksconsortium met 30 experten uit zeven faculteiten en 13 vakgroepen van de UGent. Ze bundelen al hun expertise over het boosten van gezond verouderen.

‘We zoeken deelnemers!’ springt me op hun homepage meteen in het oog. In een pilootstudie – die voluit Bioklok, de impact van uithoudingstraining op de epigenetische leeftijd heet – willen de onderzoekers achterhalen of je je epigenetische leeftijd kan terugdraaien door fysiek fitter te worden.

‘Je chronologische of kalenderleeftijd is het aantal jaren dat verstreken is sinds je geboorte. Je epigenetische of biologische leeftijd zegt iets over hoe gezond je lichaam veroudert’

Met je epigenetische of biologische leeftijd doelen ze niet op het aantal jaren dat verstreken is sinds je geboorte. Dat is je chronologische of kalenderleeftijd. Ze hebben het over het epigenetische laagje bovenop je DNA dat de werking ervan in goede banen leidt door genen aan of uit te schakelen. Dit informatieve laagje raakt verstoord met de leeftijd volgens vaste patronen, maar ongezonde leefomstandigheden, zoals ongezond eten, roken en vervuilde lucht, kunnen ervoor zorgen dat dit laagje sneller verstoord geraakt. Je epigenetische of biologische leeftijd zegt met andere woorden iets over hoe gezond je lichaam veroudert.

Nieuwe tool

‘Tot nu toe is er nog geen goede methode om je algemene biologische leeftijd te meten en is het onduidelijk of levensstijlaanpassingen op korte termijn een detecteerbare invloed hebben op je epigenetische klok’, lees ik in de uitgebreide informatiebrief voor mogelijke kandidaten. ‘Fysieke tests, bloedwaarden en scans kunnen wel iets vertellen over je huidige gezondheidsstatus en over je risico op het ontwikkelen van allerhande ziektes, maar over je tempo van verouderen, over je resterende gezondheids- en levenduur en over je mentaal welbevinden zegt het weinig’, aldus prof. dr. ir. Tim De Meyer. Hij is bio-ingenieur aan de UGent.

Om die reden willen de onderzoekers van GRAY een proof of concept-studie uitvoeren waarmee ze een eerste inschatting willen maken van de bruikbaarheid van de epigenetische klok als tool om de effecten te onderzoeken van levensstijlaanpassingen op biologische veroudering. Ze willen daarvoor 40 vrijwilligers rekruteren die 35 tot 65 jaar oud zijn en die gemotiveerd zijn om gedurende een half jaar een intensieve fietstraining te volgen. Door hun epigenetische leeftijd voor en na die interventie te testen – door een bloedstaal te nemen, daar al het DNA uit te halen en het epigenetische laagje dat er bovenop zit te bestuderen – willen de onderzoekers nagaan of die door een relatief kortstondige levensstijlaanpassing kan worden beïnvloed.

De onderzoekers kijken in het laagje naar 850.000 methylatieplaatsen op het DNA. Methylatie is een organische reactie waarbij een methylgroep aan een molecuul wordt toegevoegd en als een dop een gen kan afsluiten. Dergelijke doppen kunnen op meer dan twintig miljoen plaatsen in ons DNA worden geplaatst.

Op mijn lijf geschreven

Naar eigen zeggen zijn de onderzoekers vooral op zoek naar mensen waarvan de conditie niet optimaal is, zodat ze na zes maanden uithoudingstraining – waarbij de trainingsduur en  -load systematisch worden opgedreven en voortdurend worden bijgestuurd – een duidelijke verbetering van het uithoudingsvermogen mogen verwachten.

De studie is – zoals mijn collega Kim al dacht – op mijn lijf geschreven, want sedert corona ben ik zo goed als gestopt met sporten en laat mijn conditie zwaar te wensen over. Bovendien lijken zes maanden professionele begeleiding en een wetenschappelijk blik op wat een half jaar intensief sporten met mijn lichaam kan doen me een echte buitenkans. Ik schrijf me meteen in.

Nog diezelfde maand krijg ik een enthousiaste mail terug van Sanne Stegen, de coördinator van de Bioklok-studie. Uit 150 kandidaten ben ik een van de 40 geselecteerden en word ik uitgenodigd voor een eerste testdag. Voor het zover is moet ik een lijvige vragenlijst invullen waarin onder andere gepeild wordt naar mijn fysieke activiteiten, mijn voedingspatroon, mijn mentale en fysieke gezondheid, en mijn medicatiegebruik.

Ik mag ook een Garmin Smartwatch afhalen die ik vanaf dan continu moet dragen. Het stelt de onderzoekers in staat mijn fysieke respons op de trainingen te volgen en die zo nodig bij te sturen. Maar het volgt ook andere waarden continu op, zoals mijn fysieke activiteit buiten de trainingen en mijn slaapgedrag.

Zelf kan ik mijn slimme horloge gebruiken om de hartslagzones in de gaten te houden waarbinnen ik moet trainen, mijn trainingen op te nemen en de resultaten ervan gepseudonimiseerd door te sturen naar de onderzoekers.

Proof of concept

Is 40 proefpersonen geen te kleine onderzoeksgroep om conclusies te trekken?, vraag ik aan Sanne Stegen wanneer ik haar informeer dat ik voor Eos werk en graag een artikel wil schrijven over de studie. ‘Het is een proof of concept-study’, vertelt ze. ‘Blijkt in deze beperkte deelnemersgroep dat de biologische leeftijd inderdaad verandert door de interventie, dan willen we op basis van die pilootdata fondsen werven voor grotere studies. Daarbij willen we dan een veel grotere groep van proefpersonen begeleiden naar een betere fysieke fitheid en hun resultaten vergelijken met die van een grote controlegroep die niets aan hun levensstijl veranderen. Maar levert de interventie in deze relatief kleine studie niets op, dan hebben grotere studies ernaar weinig zin.’

Het uiteindelijke doel van de studie is om een tool te ontwikkelen waarmee onderzoekers specifieke levensstijlinterventies en de gezondheidswinst ervan beter kunnen evalueren. ‘We weten al langer dat een gezonde levensstijl ons meer gezonde jaren oplevert, maar het effect van een specifieke levensstijlinterventie op onze levensjaren is moeilijk te vatten’, vertelt Sanne Stegen. ‘Het onderzoek past volledig in het verhaal van de preventie van ziektes waar we bij GRAY sterk op willen inzetten. Op die manier kunnen we helpen om tegen 2030 minstens 10 procent van het budget binnen de gezondheidssector naar evidence-based preventie te laten gaan.’

‘Het uiteindelijke doel van de studie is om een tool te ontwikkelen waarmee onderzoekers specifieke levensstijlinterventies en de gezondheidswinst ervan beter kunnen evalueren’

De onderzoekers hebben voor een intensieve fietstraining gekozen omdat fietsen een toegankelijke sport is die heel wat teweeg brengt in het lichaam maar minder belastend en minder blessuregevoelig is dan bijvoorbeeld hardlopen. ‘Blessures zijn een typisch fenomeen bij mensen die na jaren weer beginnen te lopen of die voordien nooit gelopen hebben’, vertelt Sanne Stegen. ‘Vaak kan hun conditie de trainingen wel aan, maar is de belastbaarheid van hun lichaam daar nog niet klaar voor. Als je voor een looptraject kiest, moet je veel rustiger opbouwen.’

Ik heb het gevoel dat de onderzoekers heel goed weten waar ze mee bezig zijn. Ik hoop dat ik door de tests geraak en mag deelnemen aan de studie.