Hybride hersenen

27 februari 2017 door EV

Ondanks de gelijkenissen tussen mensen- en muizenhersenen, zijn er ook verschillen. Dat stelt problemen bij hersenonderzoek. Maar er is nu een oplossing.

Bij studies naar de oorzaken en de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer krijgen wetenschappers af te rekenen met een aantal problemen. Stalen van hersencellen gedragen zich anders in het lab dan in het hoofd van mensen. Maar de hersencellen in hun natuurlijke omgeving bestuderen, is onhaalbaar, omdat wetenschappers dan telkens letterlijk in het hoofd van hun patiënten moeten kijken. De hersenen van muizen bestuderen is een alternatief, maar ook dat is niet ideaal. Want ondanks de vele gelijkenissen tussen muizen- en mensenhersenen, zijn er ook grote verschillen.

De hybride hersenen zijn een beter studiemodel dan wat wetenschappers tot nu toe hadden.

Het team van prof. Bart De Strooper van de VIB, de KULeuven en het Britse Dementia Research Institute vond de oplossing: ze lieten in het lab menselijke stamcellen uitgroeien tot hersencellen en transplanteerden die naar muizenhersenen. Deden ze dat naar muizen die typische kenmerken van de ziekte van Alzheimer vertonen, zoals amyloide eiwitklonters, dan bleken de menselijke hersencellen veel gevoeliger voor die eiwitklonters dan die van muizen, en waren ze ook veel vatbaarder voor de aandoening. Dat verklaart wellicht waarom muizen nooit de volledige ziekte ontwikkelen.

De hybride hersenen zijn een veel beter studiemodel om de ziekte van Azheimer te bestuderen dan wat wetenschappers tot nu toe hadden. De onderzoekers hopen op die manier sneller de ziekte te begrijpen en nieuwe behandelingen te ontwikkelen.