Niet altijd link tussen darm- en gewrichtsontsteking, blijkt uit nieuw onderzoek

Darmbacteriën zijn niet altijd betrokken bij de ontwikkeling van gewrichtsontsteking.

Artritis ­of gewrichtsontsteking is een veel voorkomende complicatie bij darmontsteking. Bovendien ontwikkelen patiënten met gewrichtsontsteking ook vaak darmontsteking. Daardoor is het idee ontstaan dat er een darm-gewrichtsas zou bestaan, een gedeeld ziektebeeld waarbij ontstekingen in de darmen en gewrichten mechanisch met elkaar verbonden zijn. Maar het is niet omdat twee ziektes vaak samen voorkomen dat de ene aandoening de andere veroorzaakt.

Om de rol te bestuderen van het darmmicrobioom – de miljoenen bacteriën die in onze darmen huizen – bij verschillende ziekten, waaronder artritis, zette professor Lars Vereecke (VIB-UGent) de eerste Belgische kiemvrije muisfaciliteit op waarin hij twee transgene muismodellen van darm- en gewrichtsontsteking onderbracht. Bij de ene groep muizen was er sprake van een overproductie van het pro-inflammatoir cytokine TNF (een belangrijk therapeutisch doelwit bij zowel artritis als IBD-patiënten met bijvoorbeeld de ziekte van Crohn of Colitis ulcerosa) en ontstonden spontaan darm- en gewrichtsontsteking. In de andere groep was er sprake van overproductie van het pro-inflammatoir cytokine IL-1beta (betrokken bij verschillende vormen van gewrichtsontsteking, waaronder jicht) en ontstond spontaan gewrichtsontsteking en een verhoogde immuun-activatie in de darmen.

Ontstekingsroutes

Uit het onderzoek bleek dat deze muizen onder steriele omstandigheden geen darmontsteking ontwikkelden, maar wel een ernstige gewrichtsontsteking. Het betwist eerdere aannames dat gewrichtsontstekingen steeds worden veroorzaakt door veranderingen in de darmen of het darmmicrobioom en bewijst dat ernstige artritis kan ontstaan in de volledige afwezigheid van darmbacteriën en darmontsteking. Bovendien blijkt dat microbiële factoren darmontsteking kunnen veroorzaken, terwijl steriele mechanismen een grotere bijdrage lijken te leveren aan gewrichtsontsteking.

De studie stelt de hypothese van de darm-gewrichtsas in vraag. ‘Hoewel gedeelde ontstekingsroutes kunnen bijdragen aan zowel darm- als gewrichtsontstekingen, geeft ons onderzoek aan dat de prikkels om die routes te activeren in elk weefsel verschillend zijn,’ vertelt Vereecke.

De studie biedt potentiële inzichten in de ontwikkeling van weefselspecifieke, therapeutische behandelingen. Door de verschillende moleculaire triggers voor darm- en gewrichtsontstekingen beter te begrijpen, kunnen onderzoekers mogelijk behandelingen ontwikkelen die zich nauwkeuriger richten op de onderliggende oorzaken van elke aandoening.

De studie daagt niet alleen bestaande theorieën over de darm-gewricht as uit, maar benadrukt ook de noodzaak van verder onderzoek naar de onderliggende oorzaken van ontstekingsziekten. De onderzoekers hopen dat hun vondsten tot verder onderzoek zullen leiden en de ingewikkelde verbindingen tussen verschillende lichaamssystemen zullen omzetten in effectievere behandelingen voor patiënten.