Niet getest op kinderen

Drie op de vier medicijnen zijn niet of amper onderzocht bij kinderen. Enkele Vlaamse universiteiten trekken aan de alarmbel. 

Als artsen maken we het helaas maar al te vaak mee dat we geen of geringe informatie terugvinden over hoe we geneesmiddelen moeten toedienen aan kinderen. Vaak zijn er geen of alleen beperkte studies uitgevoerd bij deze kinderen. Met het nodige ‘fingerspitzengefühl’ leiden we de dosis af van deze aangegeven voor volwassenen.

Dat laatste kan ervoor zorgen dat een behandeling die we voorschrijven aan kinderen minder of zelfs helemaal niet werkzaam is. Door groei en ontwikkeling van organen, zal de werking en de verwerking van geneesmiddelen bij kinderen namelijk anders verlopen, waardoor de nood aan aangepaste dosissen voor deze kinderen hoog is.

Er zijn verschillende oorzaken waarom het geneesmiddelenonderzoek bij kinderen zo beperkt is. Eén van deze oorzaken ligt toch aan de basis van het probleem, namelijk de groep van kinderen is te klein om voor de farmaceutische industrie financieel interessant te zijn. De volwassenenmarkt is nu eenmaal groter dan die van de kinderen, waardoor onderzoek bij kinderen niet stimulerend genoeg is voor hen.

Het interuniversitair SAFE-PEDRUG project (Gent, Leuven en Brussel) heeft de eerste stappen genomen om vanuit de academische wereld het geneesmiddelenonderzoek bij kinderen te stimuleren en te verbeteren. Onze droom: betere en veiligere geneesmiddelen voor kinderen.   

Om dat te kunnen waarmaken, is het belangrijk dat we inzicht kregen in de werking en verwerking van geneesmiddelen door het lichaam. Studies bij kinderen zijn en blijven terecht een gevoelig onderwerp, maar het alternatief, hen blootstellen aan een niet-geschikte behandeling, raden we zeker niet aan.

Het SAFE-PEDRUG project heeft gezocht naar alternatieven voor vermindering van het aantal nodige studies bij de kinderen zelf. Zo hebben we de dosissen van enkele geneesmiddelen voor kinderen voorspeld door de bij volwassenen toegepaste computer- en diermodellen, op een wetenschappelijke manier, aan te passen aan onze kinderen.

Kleine varkentjes

Wat als je de keuze krijgt tussen een geneesmiddel eerst testen op je kinderen of op een gelijkaardige diersoort? Deze gedachte heeft er toe geleid dat we op de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent gekeken hebben naar een alternatieve diersoort, namelijk het varken. In het geneesmiddelenonderzoek gaat de voorkeur naar honden, maar wij hebben gekozen voor varkens, omdat de opbouw en de werking van de belangrijkste organen goed overeenkomen met deze van de mens.

Of het groeiende varken nu voldoende voorspellend is voor groeiende kinderen, hangt ervan af of de groei van organen die het geneesmiddel verwerken vergelijkbaar is. Zo speelt bijvoorbeeld het maag-darm kanaal een rol bij de opname van het geneesmiddel, terwijl de lever en de nier dan weer een rol hebben bij het verwijderen van het geneesmiddel uit het lichaam. Als we bijvoorbeeld kijken naar hoe de nier zich ontwikkelt, dan zien we dat deze van het groeiende varken veel gelijkenis vertoont met deze van groeiende kinderen. Als het lichaam via de nier een geneesmiddel zou verwijderen, dan zou het varken de manier van verwijdering van dit geneesmiddel bij kinderen kunnen voorspellen.

Zijn kinderen soms kleine varkentjes? In het geneesmiddelenonderzoek alleszins wel.

Tijdens het SAFE-PEDRUG project hebben we deze hypothese onderzocht met desmopressine, een geneesmiddel tegen bedplassen. Uit onze resultaten blijkt het varken een goede voorspeller voor de verwerking van desmopressine door het kinderlichaam. Deze resultaten zorgden ervoor dat we geschikte dosissen voor deze kinderen konden bepalen.

Het onderzoek heeft aangetoond dat kinderen soms kleine varkentjes zijn. Het varkensmodel staat wel nog in zijn kinderschoenen, maar zou er op termijn voor kunnen zorgen dat het aantal studies in kinderen zou verminderen.

Computer allesvoorspeller

Het voorspellen van de werking en verwerking van geneesmiddelen in het lichaam door geavanceerde computermodellen heeft de laatste jaren aan populariteit gewonnen, ook binnen het geneesmiddelenonderzoek bij kinderen. De ultieme doelstelling: een computermodel dat alles betrouwbaar kan voorspellen wat er zich binnen het lichaam afspeelt, is nog niet uitgevonden, maar alle kleine beetjes dragen bij tot het groter geheel.

Op de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Gent hebben we dankzij het SAFE-PEDRUG project in elk geval ons steentje bijgedragen. Tijdens het project hebben we computermodellen voor kinderen ontwikkeld voor geneesmiddelen die vandaag al op de markt beschikbaar zijn, zoals desmopressine en ciprofloxacine.

Dankzij deze modellen konden we alvast voor deze geneesmiddelen onze zoektocht naar aangepaste dosissen voor onze kinderen succesvol beëindigen. De voorspellende kracht van deze modellen is veelbelovend, maar net zoals bij de diermodellen, moeten we ook hier nog een lange weg afleggen voordat we kunnen besluiten dat de computer alles betrouwbaar zal kunnen voorspellen.

Hoe het verder moet

We hebben uit het SAFE-PEDRUG project geleerd dat samenwerken en delen van kennis de sleutel is tot het succesvol uitvoeren van geneesmiddelenonderzoek bij kinderen. Wij pleiten daarom vurig dat zowel de overheid, de academische wereld als de farmaceutische industrie de handen in elkaar slaan, zodat onze kinderen hun basisrecht, namelijk een geschikt geneesmiddel, kunnen verwerven. Onze kinderen zijn zeker geen kleine proefkonijntjes, maar ze zijn uiteindelijk wel de bouwstenen van onze toekomst.

Voor haar onderzoek naar medicijntests op kinderen is Elke Gasthuys (diergeneeskunde, UGent) genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup 2018. www.phdcup.be