Nobelprijs Geneeskunde beloont grondleggers van immunotherapie tegen kanker

Amerikaans onderzoeker James P. Allison van de universiteit van Texas en Japans wetenschapper Tasuku Honjo van de universiteit van Kyoto kregen de Nobelprijs Geneeskunde. Ze slaagden erin het inherente vermogen van ons immuunsysteem om tumorcellen aan te vallen te stimuleren.

Om de ongecontroleerde groei van kankercellen te stoppen en te vermijden dat de cellen zich verspreiden naar gezonde organen en weefsels, kunnen patiënten op verschillende manieren worden behandeld. De meest voorkomende behandelingen zijn chirurgie, bestraling en chemotherapie.

Aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste, bedachten wetenschappers dat het mogelijk moest zijn om het immuunsysteem te versterken. De fundamentele eigenschap van ons immuunsysteem is haar vermogen om een verschil te zien tussen wat van het lichaam zelf afkomstig is en wat niet. Op basis daarvan kan het binnenkomende bacteriën, virussen en andere gevaren aanvallen en elimineren. T-cellen – een soort van witte bloedcellen – spelen daarbij een belangrijke rol. Ze hebben receptoren waarop lichaamsvreemde elementen binden, wat het immuunsysteem ertoe aanzet ertegen in te grijpen.

In de jaren 1990 bestudeerde James Allison het eiwit CTLA-4. Hij was een van de wetenschappers die vaststelden dat het als een rem werkt op onze T-cellen. Die rem is nodig om aanvallen van T-cellen af te remmen wanneer de indringers zijn bestreden. Maar kankercellen beïnvloeden die remmen om te voorkomen het immuunsysteem hen aanvalt. Allison ontwikkelde een antilichaam dat zich op het eiwit kan binden en zo haar functie kan blokkeren. Daardoor wordt de rem afgezet en is het immuunsysteem weer in staat kankercellen aan te vallen. De resultaten van zijn eerste experimenten in 1994 waren spectaculair. Muizen met kanker werden genezen. Bij tests op mensen in 2010 bleek dat de strategie ook werkte bij mensen met vergevorderd melanoom, een vorm van huidkanker. Ook bij hen verdwenen de kankercellen.

In 1992 ontdekte Tasuku Honjo een tot dan toe onbekend eiwit op het oppervlak van de T-cellen. Hij ontdekte dat dit PD-1, net zoals CTLA-4, werkt als een rem op onze T-cellen, maar ook dat het op een totaal andere manier werkt. Ook PD-1 blokkeren, bleek een veelbelovende strategie in de strijd tegen kanker. In 2012 bleek uit experimenten dat de behandeling werkt tegen verschillende soorten kanker. De werkwijze zorgt voor een langdurige remissie en mogelijks zelfs voor de genezing van verschillende patiënten met uitgezaaide kanker, wat tot dan toe beschouwd werd als onbehandelbaar.

"Uit klinische studies blijkt dat als beide strategieën worden gecombineerd en zowel CTLA-4 en PD-1 worden geviseerd, hun effect nog groter kan zijn, wat met succes werd aangetoond bij melanoom"

De ontdekkingen van beide heren tonen aan dat we verschillende strategieën kunnen gebruiken om de remmen van het immuunsysteem af te zetten. Op dit moment wordt immuuntherapie al ingezet tegen longkanker, nierkanker, lymfoom en melanoom. Uit klinische studies blijkt dat als beide strategieën worden gecombineerd en zowel CTLA-4 en PD-1 worden geviseerd, hun effect nog groter kan zijn, wat met succes werd aangetoond bij melanoom.

Volgens het Karolinska Instituut in Stockholm, dat de Nobelprijzen uitreikt, is de immune checkpoint therapy van Allison en Honjo een mijlpaal in onze strijd tegen kanker. Er zijn al verschillende medicijnen op de markt die gebaseerd zijn op hun onderzoek. Ze halen de rem (CTLA-4 of PD-1) van ons immuunsysteem. Dat heeft een revolutie veroorzaakt in het behandelen van kanker en heeft het eindresultaat voor bepaalde groepen patiënten met een geavanceerde vorm van kanker fundamenteel veranderd.